Onderdeel
van Memotrip.nl/kijkaan Servicepagina's Transvitaliteit (In- en
Ex-carnatie)
Een algemene neutrale term voor het door verschillende levens heen lopen
(zonder meteen te spreken van karma) of buiten het stoffelijke leven doorgaan, hebben
we nog nooit gevonden.
Zelf spreken we daarom van: transvitaal,
transvitaliteit.
Algemene voorlichting, onderzoek, begeleiding en ontmoeting op BDE-gebied geeft
de Stichting Merkawah, zie www.merkawah.nl Wie scepsis heeft tegen goedgelovigheid kan argumenten vinden
tegen BDE op: www.skepsis.nl/bde.html
Pim
van Lommel:
Eindeloos
Bewustzijn
Een
wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring
In
2001 publiceerde cardioloog Pim van Lommel in het gerenommeerde
medische tijdschrift The
Lancet over zijn onderzoek naar bijna-dood ervaringen
(BDE) bij 344 Nederlandse patiënten. Zij hadden een hartstilstand in
het ziekenhuis gehad. Van hen bleken er 62 een BDE te hebben
meegemaakt. Van Lommels artikel was wereldnieuws.
Sindsdien
kunnen we niet meer om het verschijnsel ‘bijna-dood ervaring’
heen. Het is een authentieke ervaring, niet te herleiden tot fantasie,
psychose of zuurstoftekort; een BDE verandert mensen blijvend.
In Eindeloos bewustzijn
legt van Lommel stap voor stap uit hoe mensen die klinisch dood zijn
toch zo’n indringende ervaring kunnen hebben. Hij doorspekt zijn
betoog met verhalen van mensen die een BDE hebben meegemaakt. Met de
meesten van hen heeft Van Lommel persoonlijk contact gehad. Volgens Van Lommel is de
heersende, materialistische visie van artsen, filosofen en psychologen
op de relatie tussen hersenen en bewustzijn te beperkt om het
verschijnsel te kunnen duiden. Er zijn goede redenen om aan te nemen
dat ons bewustzijn niet altijd samenvalt met het functioneren van onze
hersenen: het kan ook los van ons lichaam ervaren worden.
Pim
van Lommel (1943) was van 1977 tot 2003 als cardioloog verbonden aan
het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. Sindsdien houdt hij over de hele
wereld lezingen over BDE en de relatie tussen bewustzijn en
hersenfunctie.
Pim van Lommel bij Pauw & Witteman 14-11-2007
"Er is bewustzijn na de dood"
door Marijke van den Berg (20-11-2007)
Het bewustzijn van de mens bestaat niet
in de hersenen, maar bevindt zich buiten het lichaam. Dit zegt cardioloog
Pim van Lommel. Hij verdiept zich al twintig jaar in bijna-doodervaringen
en schreef er een boek over. Volgens Van Lommel kunnen mensen die klinisch
dood zijn, toch bewustzijn ervaren.
Pim van Lommel:
"wetenschap is voor mij
vragen stellen met een open geest"
Foto's: Marijke van den Berg/RNW
"Ik denk dat het haast
onvermijdelijk is te concluderen dat het bewustzijn na de dood blijft
bestaan. Dat er geen begin en einde is aan bewustzijn. Er is geen
wetenschappelijk bewijs maar het is een onvermijdelijke conclusie uit de
gegevens die we hebben." Het staat voor cardioloog Pim van Lommel
niet ter discussie of een bijna-doodervaring (BDE) echt is. Door talloze
gesprekken met mensen met een dergelijke ervaring, onderzoek en studie is
hij daarvan overtuigd. Hij schreef er het boek 'Eindeloos bewustzijn'
over.
Patiënten met
hartstilstand
Een tunnel, helder licht, een terugblik op het leven, het ontmoeten van
overleden dierbaren, uit je eigen lichaam treden. Verhalen die mensen
vertellen nadat ze een bijna-doodervaring hebben meegemaakt. Meestal
hebben deze mensen op het randje van de dood gebalanceerd. Maar volgens
Van Lommel kan een BDE, of zoals hij het zelf liever noemt: 'een toestand
van bijzonder bewustzijn' ook voortkomen uit een ernstige depressie of bij
doodsangst.
In 2001 publiceerde Van
Lommel een onderzoek in het vooraanstaande medische tijdschrift 'The
Lancet' naar BDE onder 344 Nederlandse patiënten die een hartstilstand
hadden gehad. Van die groep zeiden 62 een BDE te hebben ervaren. De
cardioloog onderzocht of er een meetbaar verschil was tussen de mensen die
wel en die geen BDE ervaring hadden."Tot onze grote verrassing was er
geen aantoonbaar verschil tussen die twee groepen. Er werd tot dan toe
altijd gesteld dat het gewoon kwam door zuurstoftekort in de hersenen of
door doodsangst of dat het een bijwerking was van medicijnen. Dat konden
wij dus allemaal ontkrachten met de studie."
"Het
bewustzijn staat los van de hersenen"
De huidige medische wetenschap stelt dat bewustzijn een product is van de
hersenen. Dus wanneer de hersenfunctie wegvalt, kun je geen bewustzijn
ervaren. Van Lommel is het hier niet mee eens. Hoe zou het anders kunnen
dat 18 procent van de door hem onderzochte patiënten zegt een bewustzijn
te hebben ervaren? "De betrokkenen beschrijven vaak een heel
helderder bewustzijn, helderder dan ze ooit hebben gehad. Herinneringen
van hun vroegste jeugd, soms zelfs toekomstbeelden, ze hebben soms
waarnemingen buiten hun lichaam. De vraag is hoe dat nou kan." De
conclusie van Van Lommel luidt dat het bewustzijn geen product van de
hersenen kán zijn. Het bewustzijn van de mens staat los van zijn hersenen
en bevindt zich buiten het lichaam.
EEN BIJNA-DOODERVARING
Ria Mutter kreeg 19 jaar geleden
een bijna-dood ervaring. Na haar
ervaring kon ze haar verhaal aan
niemand kwijt. Haar huisarts
dreigde haar te laten opnemen.
Het heeft haar 10 jaar geduurd
voordat ze kon praten over haar
ervaring. Maar nu ziet ze het als
het mooiste dat haar ooit is over-
komen.
Tijdens het schilderen
komt het gevoel die ze had tijdens haar ervaring weer terug. Niet
zo vreemd dat al haar schilderijen tegenwoordig dit thema hebben.
Onmeetbaar bewustzijn
"Ik denk dat je waakbewustzijn, zoals we hier zitten, dat je dat via
je hersenen ervaart, maar je echte bewustzijn zit daar niet. In mijn
beleving zijn de hersenen niet de producent van bewustzijn maar maken ze
het ervaren van bewustzijn mogelijk." Hij vergelijkt het met een
computer. De informatie van de miljoenen webpagina's zitten niet in je
computer, maar je kunt die overal ter wereld raadplegen. "Het
bewustzijn zit in een andere dimensie waar geen tijd en afstand heerst, al
het verleden en toekomst is daar aanwezig."
Het boek van Van Lommel heeft als
ondertitel 'een wetenschappelijke visie op de bijna-doodervaring.' Maar
hoe wetenschappelijk is een dergelijke visie als de conclusie niet
meetbaar of controleerbaar is. Van Lommel: "Als je ervan uitgaat dat
de wetenschap materialistisch is schakel je per definitie bewustzijn uit.
Want bewustzijn is niet te meten. Ik kan nooit wetenschappelijk bewijzen
dat iemand verliefd is of een schilderij heel mooi vindt. En toch is het
de meest grote realiteit die een mens heeft. Dus stel ik dat je een ander
soort wetenschap moet hebben die ook subjectieve elementen toelaat.
Wetenschap is voor mij vragen stellen met een open geest."
P. van Lommel
Uitgeverij Ten Have,
Baarn
EAN: 9789025957780
ca. 19,90
Geheugen "Hoe verklaart men het korte- en langetermijn geheugen? Hoe en
waar in de hersenen zou deze bijna oneindige hoeveelheid informatie
opgeslagen liggen?" vraagt Pim Van Lommel zich af in zijn boek 'Eindeloos
bewustzijn' (Hfdst 9 'Wat weten wij van de functie van de
hersenen'?, p.182). Zijn antwoord:
"Het is nog steeds een onbewezen hypothese
dat bewustzijn en herinneringen exclusief
in onze hersenen worden geproduceerd en opgeslagen. Er zijn al
tientallen jaren pogingen gedaan om herinneringen en bewustzijn in de
hersenen te lokaliseren, maar dit is tot nu toe niet gelukt en het is
nog maar de vraag of het ooit zal lukken." (pag
173)
Onbewezen? Pogingen gedaan? Dit is de grootste en ernstigste
wetenschappelijke blunder die ik tot nu toe ben tegengekomen. Wat Van
Lommel hier beweert over het geheugen is lijnrecht in strijd met een
hele tak van wetenschappelijk onderzoek, de moleculaire biologie van het
geheugen, waarvoor Arvid Carlsson, Paul Greengard en Eric R. Kandel in
2000 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde hebben ontvangen (zie hier
de beschrijving op de offiële site van het Nobel commitee). Daar kunnen
we lezen dat Eric Kandel "has demonstrated how changes of synaptic
function are central for learning and memory. Protein phosphorylation in
synapses plays an important role for the generation of a form of short
term memory. For the development of a long term memory a
change in protein synthesis is also required, which can lead to
alterations in shape and function of the synapse".
Eric Kandel krijgt een Nobelprijs in het jaar 2000 voor zijn ontdekking
van het moleculaire mechanisme van hoe het vluchtige korte termijn
geheugen wordt omgezet in het stabiele lange termijn geheugen. In
2007 beweert Pim van Lommel dat het 'een onbewezen hypothese is dat
herinneringen exclusief in onze hersenen worden geproduceerd'. Ik kan me
geen grotere wetenschappelijke blunder voorstellen dan beweren dat het
onderzoek dat met een Nobelprijs bekroond is, onmogelijk waar kan zijn.
Dit soort onderzoek doe je niet even in een paar jaar. De aanzet ligt in
de jaren zeventig en begon in de jaren 80 gebruik te maken van
moleculair-genetische technieken (recombinant-DNA), dat leidde tot de
ontdekking van genen en eiwitten die betrokken zijn bij de vorming van
het lange termijn geheugen. En dit soort onderzoek doe je ook niet in je
eentje. Typerend voor Kandel is dat hij zich omringt met
toponderzoekers, waarvan sommige ook een Nobelprijs hebben gekregen. Al
deze ontdekkingen werden niet alleen beschreven in gespecialiseerde
vaktijdschriften, maar ook in populair-wetenschappelijke boeken zoals 'Memories
are made of this. The Biological Building Blocks of memory' van
Rusiko Bourtchouladze (2002) en met name 'In Search of Memory: The
Emergence of a New Science of Mind' (2006) van Eric Kandel zelf.
Computerdeskundige
Niet gehinderd door deze kennis, komt Van Lommel met het volgende
bewijs:
"Simon Berkovitch, een computerdeskundige, heeft echter ook
berekend de hersenen ondanks deze enorme aantallen synapsen toch
volstrekt onvoldoende capaciteit hebben om de opslag van al onze
herinneringen van ons hele leven met bijbehorende associatieve
gedachten en emoties mogelijk te maken."(p.182)
Dat een cardioloog een computerdeskundige opvoert als expert op
het gebied van de geheugenopslagcapaciteit van de menselijke hersenen is
opmerkelijk, maar ik vind het uitermate symptomatisch dat Van Lommel de
zeer revolutionaire conclusie zonder enige aarzeling als gezaghebbend
accepteert. Verder haalt Van Lommel ook nog de neurobioloog Herms Romijn
aan die 'heeft aangetoond dat de opslag van alle herinneringen in de
hersenen anatomisch en functioneel onmogelijk is" (p.182).
Als je dan de betreffende publicatie opzoekt, dan blijkt dat Romijn een hypothese
introduceert en een experimentele strategie beschrijft om die hypothese
te testen. Verder komt er in de samenvatting en in de Keywords
van het artikel het woord 'memory' helemaal niet voorkomt. De
samenvatting van het artikel spreekt over de subjectieve bewuste
ervaring van 'pain and pleasure, or perceiving colours'. Dit ziet er
niet uit als een artikel dat tot doel heeft te 'bewijzen' dat de
opslagcapaciteit van de hersenen onvoldoende is. Het lijkt eerder om een
terloopse opmerking te gaan.
Hoe die berekening er ook uit moge zien, hij is irrelevant geworden
doordat Eric Kandel en vele medewerkers hebben gevonden hoe lange
termijn geheugen wordt opgeslagen. Bovenstaand plaatje uit Kandel (2007)
laat zien dat het vastleggen van lange termijn geheugen gepaard gaat met
anatomische veranderingen (groei van nieuwe synaptische verbindingen).
Dit zijn dus harde lokale wijzigingen in tegenstelling wat Van Lommel
theoretiseert over non-lokale geheugen opslag. Degenen die met concrete
bewijzen van de materiele basis van geheugen komen, hebben méér
bereikt dan degenen die met onbewezen hypothesen en theoretische
berekeningen komen.
Groot mysterie
Zelfs als je geen verstand hebt van biologie, dan moet het feit dat het
werk van Kandel en collega's bekroond is met een Nobelprijs toch een
indicatie zijn voor toponderzoek. Het ironische van de zaak is dat
wetenschappers als Eric Kandel precies dezelfde vragen als Van Lommel
stellen: "Hoe verklaart men het korte- en langetermijngeheugen? Hoe
en waar in de hersenen zou deze bijna oneindige hoeveelheid informatie
opgeslagen liggen?" (p.182). Van Lommel
concludeert dat het brein "een geheimzinnig orgaan" is, en de
relatie hersenen en bewustzijn "nog een groot mysterie is" (p.190).
Het verschil is dat Van Lommel deze vragen voor onoplosbaar verklaart en
Eric Kandel ze oplost.
Exclusief
Ik wil de lezer nog de aandacht vragen voor een merkwaardige
kwalificatie, nl. het woord 'exclusief' in het openingscitaat: "Het
is nog steeds een onbewezen hypothese dat bewustzijn en herinneringen exclusief
in onze hersenen worden geproduceerd en opgeslagen". Hij lijkt hier
rekening te houden met het feit dat tenminste een deel van het
geheugen lokaal in de hersenen opgelagen ligt. Maar als het aangetoond
is dat geheugen gelocaliseerd is in de hersenen, -en dat doe ik in
navolging van mainstream science-, dan is het zeer problematisch
als Van Lommel met een geheugen en bewustzijn aan komt zetten, dat niet
aansluit bij dat fysiek in de hersenen vastgelegd geheugen. Van Lommel
is sowieso onbekend met de materiële basis van geheugen, laat staan dat
hij is toegekomen aan het uitleggen hoe zijn niet-gelocaliseerde
geheugen aansluit bij het gelocaliseerde geheugen. Laat staan dat hij
een poging heeft ondernomen om aan te tonen dat de resultaten van
cognitieve neurobiologen (zoals Eric Kandel) fout zijn.
Inconsistenties
Een ander probleem waarmee Van Lommel de lezer confronteert is
inconsistentie van beweringen. Lezen we op pagina 173 dat het een
onbewezen hypothese is dat de hersenen herinneringen opslaan, op pagina
183 lezen we dat Alzheimer patienten op den duur hun familieleden niet
meer herkennen. Van Lommel weet dus dat schade in de hersenen tot
geheugenverlies (d.w.z. langetermijn geheugen) leidt. Als je merkt dat
feiten in strijd zijn met de claims die je eerder gedaan hebt, zeg dat
eerlijk en duidelijk en ga niet van onderwerp veranderen in de trant
van: 'ja, maar mentale en emotionele processen zijn niet te herleiden
tot hersenprocessen' (p.184). Dat was de vraag
niet. Het ging over het geheugen van Alzheimer patienten. Nuanceer je
beginclaim. Als er geen consistent standpunt is, is het voor de lezer
moeilijk argumenteren met Van Lommel. Hij overziet zijn eigen
standpunten niet, springt van de hak op de tak, en wisselt en passant
van vraagstellling.
Creationisten
De claim dat de wetenschap nog niet heeft aangetoond dat alle
geheugen in de hersenen wordt opgeslagen, lijkt erg op de claim van
creationisten: "Evolutionisten hebben niet aangetoond dat alle
complexe structuren ontstaan zijn door mutatie en natuurlijke
selectie". Het is ondoenlijk en daarom onredelijk om te eisen dat
wetenschappers aantonen dat alle geheugen in de hersenen is
vastgelegd. Ze hebben overtuigend aangetoond dat zeer diverse
experimenten bij mens en dier er op wijzen dat verschillende vormen van
geheugen in de hersenen worden opgeslagen. Van Lommel zal met
bewijsmateriaal voor zijn bewering moeten aankomen dat even solide is
als dat van de neurobiologen. Termen als 'mysterie', 'geheimzinnig'
treffen we aan bij Intelligent Designers en creationisten. Die termen
treffen we ook bij Van Lommel aan. Ik zeg niet dat Van Lommel een
creationist is. Wel dat hij dezelfde slordige manier van werken heeft:
het opvoeren van grote hoeveelheden suggestief maar oppervlakkig
'bewijsmateriaal' dat niet kritisch wordt beoordeeld en het negeren van
grote delen van mainstream wetenschap.
Ongenuanceerd
Het geheugen komt voor in het hoofdstuk 9 'Wat weten wij van de
functie van de hersenen?'. Maar zelfs wanneer Van Lommel zich met de
normale functie van de hersenen bezighoudt, neemt hij al zeer
controversiele standpunten in. Waarom?
Tenslotte: in zijn claim (in rood bovenaan) noemt Van Lommel geheugen en
bewustzijn in één adem. Hij maakt geen onderscheid. Dat heb ik bewust
niet gedaan. Het nadeel is dat die (rode) claim zich niet laat
nuanceren. Van Lommel kan immers niet meer zeggen 'het is een goed
bevestigde hypothese dat het geheugen opgeslagen wordt in de hersenen,
maar dat het bewustzijn door de hersenen geproduceerd wordt is een
onbewezen hypothese'. Daarom is het een ongenuanceerde claim.
Gert Korthof
sebastiaan, 10-01-2008 -
Nederland
In zijn boek beschrijft pim alleen het gevoel vanuit de
patiënt zelf. Echter iedereen kan telepathisch (hoe vaak komen twee
mensen niet tegelijkertijd op hetzelfde idee) met elkaar communiceren,
alleen weet niet iedereen dat. De patiënt beschrijft dat hij/zij zichzelf
ziet vanuit zwevende positie. Het lijkt mij dat de patiënt telepathisch
via de hulpverleners die eromheen staan zichzelf ziet, dus niet buiten het
lichaam teedt. Daar wordt met geen woord over gerept......
Hans, 23-12-2007 - Nederland
Maar 18% dus. Ofwel nietszeggend. Deze ervaringen zijn de
laatste stuiptrekkingen van de hersenen. Ik heb ook een BDE gehad en niets
bijzonders ervaren verder. Dood is dood. Maar goed, als men in leven na de
dood wil geloven moet men dat vooral doen. Als je je daar prettig bij
voelt is daar niets mis mee.
Jack Ruten, 16-12-2007 -
Nederland
Het uiterlijk vertoon van menselijk gedrag, dus zoals we
elkaar zien, zijn slechts aangeleerde patronen en zoals het lichaam zijn
beperkingen kent, kent de geest die ook. De grootsts beperking van de
geest is het verbinden van die patronen aan een identiteit, dwz je ik. Het
bewustzijn wordt dus tegengewerkt door lichaam en geest. Een BDE laat op
zijn minst zien wat dus wel "belangrijk" is. Juist op dat moment
zijn de beperkingen van lichaam en geest tot een minimum beperkt lijkt
het.
Antagonizer, 10-12-2007 -
Wat dr. Van Lommel beschrijft lijkt veel op de
morphogentische velden van Rupert Sheldrake.
Hilde, 09-12-2007 - België
Wat dhr. Van Lommel vertelt stemt helemaal overeen met
mijn eigen ervaringen en bevindingen: dat er een bewustzijn is dat zowel
in als buiten ons is, en waar tijd en ruimte onbestaande zijn. Het valt
niet zwart op wit te bewijzen. Jammer. Het is zo'n overweldigende,
sublieme ervaring, maar onmogelijk te delen met anderen. Je zou het de
hele wereld willen vertellen, maar je kunt het niet. En dus zwijg je maar,
met die allergrootste schat verborgen in je hart. Je leven komt op een
ander spoor terecht, meer is er niet aan je te merken. Je wordt gedragen
door een sterk vertrouwen en een grote overgave, want je wéét - uit
ervaring - dat er meer is dan 'hier'; je weet dat er ook een eeuwig en
alomtegenwoordig 'daar' is, en dat jij daar thuis bent.
Onderstaand een
aanbevelenswaardig artikel over Bijna Dood
Ervaringen.
De wetenschappelijk ingestelde zegsman Pim van Lommel behandelt hier als vertrekpunt
zijn medische vakgebied en bedient zich van een glasheldere en leesbare
verteltrant die voelbaar stoelt op een brede ervaring. Vervolgens wordt het
eigenlijke onderwerp (BDE) behandelt waarbij men op weg is naar nuchtere
theorievorming. Typerend is de visie op de hersenen als "vertaalcomputer"
naar de geest.
Een interview met Pim van Lommel,
cardioloog. WAAR KOMT DE
CONTINUÏTEIT IN EEN STEEDS VERANDEREND LICHAAM VANDAAN?
door Ger Lodewick
Pim van Lommel is de oudste (eerste) adviseur van de
SBO. Hij is geboren in 1943, getrouwd en vader van een zoon en een dochter. Als
cardioloog in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem houdt hij zich met een
bijzonder centraal orgaan van de mens bezig, het hart. Eigenlijk is dit niet
goed uitgedrukt. Pim wordt beter gekarakteriseerd wanneer we zijn activiteiten
als volgt omschrijven: hij houdt zich bezig met de mens die dit centrale orgaan
in zijn lichaam meedraagt. Via zijn werk is hij in aanraking gekomen met
bijna-dood ervaringen (BDE's). Deze BDE's vormen een bron van inspiratie in zijn
werk.
Mooie
ontwikkelingen in de cardiologie.
Pim begon in 1971 met cardiologie en toen spraken hem vooral de technische, de
fysische aspecten van het hart aan. Als je echter eenmaal in dat vak zit, komen
er allerlei volstrekt andere aspecten naar voren die veel belangrijker zijn.
Mensen komen bij de cardioloog omdat ze problemen hebben met de functie van het
hart: de pompfunctie schiet te kort, de zuurstoftoevoer schiet te kort, e.d. In
de praktijk blijkt de techniek echter nog geen tien procent van het vak uit te
maken. Dit is echter wel datgene waar de buitenwereld vol bewondering tegenaan
kijkt: mooie apparatuur, mooie onderzoekingen. Er zijn ook prachtige
onderzoeken. Pim heeft de ontwikkeling van de cardiologie meegemaakt. Toen hij
met de opleiding begon, bestond hartziekte eigenlijk alleen uit aangeboren
hartafwijkingen en klepafwijkingen. De eerste klepoperaties vonden in Nederland
in 1965 plaats. Reanimatie, gesloten hartmassage, begon pas in 1966. Het
hartinfarct werd net ontdekt: hartbewakingsafdelingen zijn in Nederland in 1968
begonnen. De eerste hartkatheterisatie beginnen in ons land in 1969. Er komen
steeds nieuwe mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling. Een van de mooiste
van de laatste tijd is het non-invasieve onderzoek. Dit houdt in dat je niet
meer met katheters naar binnen gaat, maar met geluid, met echo-onderzoek werkt.
Je kunt zo de hartspier en de functie ervan zien: de bloedstroom, de druk,
lekkages. Je kunt nu op een patiëntvriendelijke manier antwoord geven op de
vragen die er ontstaan n.a.v. de klachten die iemand heeft. Er zijn ook
gigantisch veel medicijnen ontdekt die klachten verminderen.
Wie
is verantwoordelijk?
Maar wat zit achter de klachten waarmee mensen komen? Wat is het waarom van hun
klachten? Dit is natuurlijk veel boeiender dan al die nieuwe ontwikkelingen. Het
probleemoplossend vermogen van een cardioloog is maar beperkt. Mensen verwachten
veel meer dan een cardioloog kan waarmaken. Mensen leggen de
verantwoordelijkheid voor hun gezondheid en voor hun lichaam het liefst bij de
dokter i.p.v. bij zichzelf. Dit is iets waar ik steeds weer tegenaan loop. Ik
zie dat mensen weinig inzicht hebben in het functioneren van hun lichaam; weinig
inzicht in hoe je goed met je lichaam kunt en moet omgaan; weinig inzicht in hoe
je met de protesten moet omgaan die je lichaam je laat ervaren. En dit zijn
natuurlijk heel andere aspecten dan mooie apparaten e.d., maar ze zitten wel bij
de cardiologie. Je ziet bv bij mensen met een acuut hartinfarct de enorme angst
die optreedt op het moment dat ze erg veel pijn hebben en denken dood te gaan.
Ze zien er vreselijk ziek uit. In deze angst komen allerlei dingen boven die
niet goed geweest zijn. Je hoort dan ook allerlei verhalen van mensen waarover
ze nooit hebben gesproken, bv verhalen uit kampen in de oorlog, werkproblemen,
relatieproblemen. Dit komt allemaal boven op het moment dat ze geconfronteerd
worden met de eindigheid van het leven. De angst. De mensen krijgen op die
manier een kans - maar dat zeg je niet tegen ze - om te kijken wat ze hiermee
kunnen. Je ziet dan toch dat heel veel mensen na het krijgen van een hartinfarct
bij voorkeur weer terugkeren in het oude levenspatroon van voor het infarct. Ze
grijpen bij voorkeur níet die kans aan en willen bij voorkeur níet de stap
zetten om de gevolgen van wat ze hebben gehad onder ogen te zien. Ik ben altijd
verbaasd over de manier waarop mensen met zichzelf om blijven gaan na een
hartinfarct.
Een simpel voorbeeld is het roken. Roken is een enorme
risicofactor voor het ontstaan van hartproblemen. Als je via je familie aanleg
hebt op een hartinfarct en je rookt, verhoog je de kans op een hartinfarct met
een factor tien: zou je normaal kans hebben op vijf procent, dan wordt het nu
vijftig! Hoewel je met roken je prognose ontzettend verslechtert, zeggen mensen
rustig: ik vind het stoppen met roken zo moeilijk en ik blijf roken. Ondanks de
uitleg, ondanks het weten dat het slecht is, krijg je de mensen niet zover dat
ze naar dit inzicht gaan leven. Dit geldt ook voor gezond eten, gezond drinken,
gezond leven. Je ziet dus dat mensen wéten dat ze dingen doen die niet goed
zijn voor hun lichaam, maar ze leven niet naar hetgeen ze weten.
Aanleg,
genen en lichamelijke beperking.
De familiaire aanleg bij vernauwde bloedvaten (aderverkalking) moeten we niet
uitvlakken. Je kunt deze hebben zonder dat je het weet. Meer dan een half
miljoen Nederlanders hebben zo'n aanleg.
Er zijn onderzoeken geweest van gesneuvelde Korea- en Vietnam-militairen. Door
obductie is vastgesteld dat twintig procent van de twintig-jarigen al een
vernauwing tot vijftig procent van de kransslagaders had. In Israël zijn baby's
van het (blanke) Kaukasische ras onderzocht, waaruit is gebleken dat tien
procent van deze baby's reeds abnormale bloedvaatjes heeft.
Als je nu deze aanlegfactor bezit, kun je deze
beïnvloeden door gezond leven, gezond eten e.d.
Rondom de Middellandse Zee heb je veel minder hart- en vaatziekten door het
'mediterrane dieet': veel vis, olijfolie, veel groenten. Dus je kunt je aanleg
vaak wel positief beïnvloeden.
Dit gaat niet altijd op. Sommige mensen worden door hun aanleg zo 'geteisterd'
dat ze op heel jonge leeftijd al ernstige hartafwijkingen hebben.
Hoe kun je 'aanleg' beschouwen? Het zit in je genen,
dat is wel duidelijk, maar de vraag waarom het in je genen zit, is van een heel
andere orde. Je kunt nog verder doorvragen: waarom word je in zo'n familie
geboren? Daar heb ik geen antwoord op, maar het is een boeiende vraag. Als je
niet gelooft in toeval - en daar geloof ik niet in - moet er een reden voor
zijn, maar die weet ik niet. Het valt wel op dat heel veel mensen niet of
nauwelijks kunnen aanvaarden dat er lichamelijke beperkingen zijn. Ze kunnen er
dan ook niet goed mee omgaan.
Fundamentele
vraag: waarom breekt het echte inzicht niet door?
Wat ik zo boeiend vind, is waarom mensen de stap niet kunnen zetten om te gaan
leven naar wat ze weten. Als je het alleen weet 'met je hoofd' lukt het niet. Je
moet het inzicht hebben. Die stap van weten naar inzicht blijkt heel moeilijk te
zijn. Zelfs zo'n ramp - sommigen ervaren het zo - als een hartinfarct is voor
velen onvoldoende om tot inzicht te komen. Ze leggen dan toch nog de
verantwoordelijkheid bij de dokter. Als ze opnieuw klachten hebben, moet de
dokter het probleem oplossen. Je wordt dus geconfronteerd met het gegeven dat
mensen hartproblemen hebben, maar dat het allemachtig moeilijk is om het
dagelijkse levenspatroon te veranderen.
Angst.
Verder zie ik dat angst zo'n belangrijke rol speelt in het leven. Vertrouwen in
je lichaam, liefde en aandacht voor je lichaam ontbreken volkomen. Het lichaam
wordt gebruikt of misbruikt, maar niet onderhouden. Mensen die vastlopen bij de
huisarts en die wij in de praktijk krijgen vormen nog maar het topje van de
ijsberg. De klachten van hartritmestoornissen en pijn op de borst zijn heel vaak
een gevolg van angst en problemen die angst oproepen. Pijn is een symptoom en
geen ziekte. Angst is echt een ongelooflijk belangrijke factor. Het is van
wezenlijk belang dat mensen de liefde ontdekken en liefde is het loslaten van de
angst. Met angst, onzekerheid en onzorgvuldigheid doe je je lichaam geen goed.
Als je hier last van hebt, kun je er toch wat aan doen als je je ervan bewust
bent. In onze maatschappij is angst toch een belangrijke factor. Vooral de
levensangst.
Dit heeft o.a. te maken met de eisen die worden gesteld
of die je je laat stellen. Dat begint al in het basisonderwijs en wordt vervolgd
in het middelbaar onderwijs. Het benadrukken van competitie, carrière, geld en
dat soort dingen draagt bij een heleboel mensen bij tot angst want ze raken in
conflict met zichzelf en met anderen. Vertrouwen verdwijnt en angst komt ervoor
in de plaats.
Angst heeft ook te maken met de manier waarop mensen
zich identificeren met hun lichaam. Veel mensen zien alleen hun lichaam en
hebben nauwelijks of geen oog voor datgene wat je je ziel zou kunnen noemen. Als
je vindt dat je je lichaam bént, kun je ontzettend bang zijn voor de dood. Als
je echter vindt dat je je lichaam hébt, kan die angst plaatsmaken voor een
besef dat je lichaam straks weliswaar sterft, maar je ziel niet.
Als mensen een probleem krijgen met hun hart, of een
probleem denken te hebben met hun hart, zie je ze doorgaans nog geen stappen
zetten om hiermee iets te doen en hun leven te veranderen. Het 'veilige'
terugtrekken in het oude bekende patroon zie je heel veel. Deze mensen zitten
a.h.w. strak in het leven, zijn niet flexibel, zitten in een model van het leven
vast. Sommigen proberen goed te zijn naar anderen, maar vergeten goed te zijn
naar zichzelf: ze hebben geen aandacht voor hun eigen hart.
Het
hart: meer dan een pomp.
Als je kijkt naar de functie van het hart in het lichaam, kun je enerzijds
zeggen dat het hart het bloed door het lichaam pompt. We moeten ons echter ook
goed realiseren dat anderzijds het bloed het hart doet pompen. Het aanbod van
bloed verzorgt de hartspierfunctie en de ademhaling zorgt voor een goede
hartfunctie. Je kunt het hart dus niet los zien van de rest van het lichaam. Het
hart zorgt ervoor dat voedsel, energie en informatie in het hele lichaam worden
verspreid. Het zorgt er ook voor dat de afvalstoffen weer worden afgevoerd. Het
hart reageert op datgene wat in het lichaam gebeurt.
Alle organen en cellen communiceren met elkaar. Hoe
vindt die communicatie plaats? Dit gebeurt via het zenuwstelsel én via de
bloedbanen. Het hart zorgt ervoor dat de informatie daar terechtkomt, waar die
terecht moet komen. Er is een continue interactie tussen elke cel, de
celsystemen, en het geheel.
Hersendood
is niet dood.
Als het hart stopt, wordt er geen informatie meer uitgewisseld, de interactie
stopt en de mens gaat dood. In het kader van postmortale orgaandonatie wordt
echter een ander doodscriterium gehanteerd, namelijk hersendood. Hier kun je
grote vraagtekens bij plaatsen.
Het hart is samen met de hersenen en het centrale
zenuwstelsel het orgaan met de meeste elektrische activiteit. In het hart zit
een enorm elektrisch netwerk. Dit betekent dat er ook heel veel magnetische
activiteit is. De kontakten van het lichaam met de bewustzijnsvelden treden op
via de elektrische en de magnetische velden (die bestaan uit virtuele fotonen).
Ik ben ervan overtuigd dat je bewustzijn niet in je lichaam is opgeslagen, maar
dat je via je lichaam je dagelijks bewustzijn ervaart. Je hart is een orgaan met
zeer veel elektrische en magnetische activiteit. Het hart heeft - net als de
hersenen - rechtstreeks contact met speciale bewustzijnsvelden. Die onderlinge
verbondenheid is er zowel in het lichaam, als met de omgeving en met alles. Wij
zijn voortdurend met elkaar en met alles verbonden, zowel in het lichaam als
daarbuiten.
Als nu het hart stopt met pompen betekent dat het
volgende. Realiseer je eerst dat bijna dertig procent van het bloed naar de
hersenen gaat. Er zijn proeven gedaan met mensen in een volkomen afgesloten
ruimte zonder licht en geluid. Als deze mensen gaan denken, zie je niet alleen
materiële activiteit ontstaan via het elektro-encefalogram (eeg), maar ook de
bloedtoevoer naar de hersenen neemt toe. Dus een immateriële activiteit zoals
denken of gerichte aandacht veroorzaakt materiële activiteit in de hersenen.
Als de bloedtoevoer nu wegvalt, betekent dit dat de energievoorziening van de
hersencellen wegvalt en dat deze niet meer kunnen functioneren. De elektrische
en magnetische velden van de cellen vallen weg, waardoor. op dat moment de
verbinding met het dagbewustzijn wegvalt. Je raakt bewusteloos en je ervaart je
bewustzijn niet meer via je lichaam. Dit betekent dat wanneer je klinisch dood
bent - bij een hartstilstand of een ademstilstand - je onder normale
omstandigheden overlijdt binnen vijf tot tien minuten. De cellen zijn dan
definitief beschadigd doordat er geen energie meer wordt aangevoerd. Reanimatie
lukt dan niet meer.
Bij een kloppend hart echter - bij een hersendode - kun je weliswaar je
bewustzijn niet meer via je lichaam ervaren, maar dat betekent nog niet dat de
onderlinge verbondenheid tussen alle organen is weggevallen. De stervensfase is
ingetreden, is net begonnen, maar de lichamelijke dood is zeker nog geen feit.
Dood ontstaat niet van het ene moment op het andere. Daar gaat een
stervensproces aan vooraf. Dat proces begint als het hart stilstaat; vervolgens
stoppen de hersenen met functioneren; dan volgt de rest van het lichaam. Dit is
een actief proces dat uren kan duren.
Als je een kloppend hart hebt met alleen 'hersendood'
en je houdt die circulatie in stand, je houdt het hart kloppend en je geeft
medicijnen voor een goede bloeddruk, dan is het lichaam niet dood want de cellen
versterven niet. De interactie tussen de bewustzijnsvelden en je hersenen kán
(!) zijn verbroken, maar je weet nooit of dit definitief of tijdelijk is.
Wetenschap.
De wetenschap gaat wat merkwaardig om met hersendood. Wetenschap is vragen
stellen. Vrij veel wetenschappers beperken zich tot de ideeën die ze al hebben,
en alles wat ze tegenkomen wat hierin niet past wijzen ze af. In mijn ogen is
dit geen wetenschap en het is ook niet vernieuwend. Het niet kunnen loslaten van
je ideeën is ook gebaseerd op angst. Zo worden nieuwe inzichten op hersendood
en bijna doodervaringen door wetenschappers geblokkeerd op een
onwetenschappelijke manier. Met de huidige medische kennis uit de westerse
wereld kunnen we een hoop aspecten niet verklaren - bv bijna doodervaringen en
spontane genezingen van kwaadaardige tumoren - en dus worden ze ontkend. Je kunt
alleen wetenschappelijk blijven door te kijken of je een verklaring kunt vinden
voor de vele verschijnselen die je niet kunt begrijpen. Als je die verklaringen
niet kunt vinden moet je niet gaan roepen dat het verschijnsel niet bestaat,
maar zou je moeten afvragen of er een andere verklaring is die je misschien niet
begrijpt.
De westerse wetenschap gaat zover dat ze gebeurtenissen of verschijnselen
ontkent als ze niet met een prospectief dubbelblind onderzoek te onderzoeken
zijn. Veel wetenschappers willen er nog steeds niet aan dat je psychische
gesteldheid je lichamelijke gesteldheid positief of negatief beïnvloedt. Nou
hoeft men niet alles te accepteren, maar een wat opener houding zou niet
verkeerd zijn. Ik hanteer graag een citaat uit de Kalama Sutra dat zegt
"Beschouw alles als een mogelijkheid, maar aanvaard het pas als je voor
jezelf erachter kunt staan en helemaal kunt meevoelen. Dan pas is het waar voor
jou". Ik zal nooit iemand vertellen dat ik gelijk heb, maar ik zal mensen
iets proberen aan te reiken. Als ze er niets mee kunnen, is het goed en als ze
er wel iets mee willen, is het ook goed.
Bijna-dood
ervaringen.
Bijna-dood ervaringen (BDE's) worden door een hoop wetenschappers niet serieus
genomen, maar voor mij zijn ze waarheid geworden. Door mensen met een BDE te
ontmoeten en met hen te spreken is mij veel duidelijk geworden. Door deze
ontmoetingen en gesprekken heb ik de veranderingsprocessen na een BDE bij hen
gezien.
Alles in onze wereld is subjectief. Dit blijkt nu ook
uit de kwantummechanica, niets is objectief. De wereld die wij ervaren via onze
waarneming is subjectief. En dat geldt dus zeker voor de ervaringen die wij
innerlijk hebben. We kennen eigenlijk geen objectiviteit. Dé waarheid bestaat
niet. Het verhaal van de mens over zijn BDE is zijn waarheid. Deze ervaring is
zo indrukwekkend dat het zijn/haar leven wezenlijk verandert. En omdat de BDE
zoveel voorkomt over de hele wereld en de mensen in essentie hetzelfde vertellen
- zij het in subjectief gekleurde woorden - is de BDE een gezamenlijke waarheid.
Een van de belangrijkste veranderingen na een BDE is dat de angst voor de dood
volledig verdwijnt omdat dood niet dood blijkt te zijn. De mensen verklaren dat
hun bewustzijn door blijft bestaan terwijl hun lichaam daar voor dood ligt. Wie
uit zijn/haar lichaam is geraakt, is zijn/haar bewustzijn gewórden in die zin
dat de beperkingen van het bewustzijn tijdens je 'leven' zijn weggevallen. De
beperkingen van het lichaam zijn opgeheven. Als je dan in deze
bewustzijnservaring via een tunnel in een andere dimensie komt - waar geen
ruimte en tijd zijn - ervaar je dat er ook geen verleden, heden en toekomst is:
alles is aanwezig. Je bewustzijn is dan enorm ruim.
Via de BDE krijgt die mens de kans om te ervaren dat, als hij in deze
bewustzijnsvelden zit, hij ook alles kan meemaken wat hij in het verleden heeft
meegemaakt. Die mens komt in contact met zijn eigen bewustzijnsvelden, met zijn
eigen herinneringen, en ook met die van anderen. Hij beleeft dan zijn leven
opnieuw vanuit het bewustzijn van een ander. Als je iemand bv bewust of onbewust
kwaad hebt gedaan of geen liefde hebt gegeven, ervaar je dat vanuit de ander. Je
voelt vanuit de ander wat je niet goed hebt gedaan. Of je voelt wat je wel goed
hebt gedaan. Dit wordt ook wel het 'levenspanorama' genoemd. Hieruit blijkt dat
al je gedachten en handelingen blijven bestaan en dat je hiermee opnieuw in
contact kunt komen en óók met de bewustzijnsvelden van anderen. Hieruit blijkt
tevens dat al die bewustzijnsvelden onderling verbonden zijn.
Mensen kunnen dan ook in contact komen met de
bewustzijnsvelden van de gebeurtenissen die nog op handen zijn, met hun eigen
toekomstbeelden, en mensen nemen dan waar wat ze nog gaan meemaken. Als ze weer
'terug zijn' zijn ze dit soms vergeten en soms weten ze het nog. Later ervaren
ze die gebeurtenissen dan als déjà vu. Soms nemen ze ook toekomstbeelden van
de wereldontwikkelingen waar. Ze kunnen in die andere dimensie ook in contact
komen met bewustzijnsvelden van overleden dierbaren. Die bewustzijnsvelden zijn
dus overal en altijd met de mensen verbonden. Alles is in die andere dimensie
aanwezig en je bent onmiddellijk daar waar je je aandacht op richt.
Als die mensen met een BDE twee minuten 'weg' zijn geweest kunnen ze een dag
praten over wat ze ervaren hebben. Het boeiende van de BDE's is dat je inzicht
kunt krijgen in hoe die bewustzijnsvelden samengesteld zijn. En tevens krijg je
enig zicht op de bewustzijnsbeperkingen die het lichaam ons oplegt. Mensen die
weer in hun lichaam terug zijn vertellen allemaal dat het absolute gevoel van
onvoorwaardelijke liefde waar ze even in verkeerd hebben nu weg is, evenals de
absolute kennis die ze even hadden, en de absolute acceptatie waarin alles
helder was. Dankzij de BDE heb ik inzicht kunnen krijgen hoe de relatie tussen
bewustzijn en lichaam zou kunnen zijn en hoe je hiermee om zou kunnen gaan.
De neurofysiologie heeft gezocht waar je bewustzijn en
je herinneringen in je hersenen gelokaliseerd zouden kunnen zijn. Penfield -
neurochirurg en Nobelprijswinnaar - heeft proeven gedaan tijdens
neurochirurgische ingrepen bij epilepsiepatiënten. Tijdens hersenoperaties
heeft hij een bepaald deel van de hersenen geprikkeld waarbij die patiënten
soms een gevoel van uittreding kregen en soms ook flitsen uit het verleden. Maar
dit bleken niet de klassieke BDE-verhalen: geen levenspanorama vanuit het
bewustzijn van anderen, geen absoluut gevoel van onvoorwaardelijke liefde, geen
absolute kennis, geen veranderend levensinzicht. Penfield kwam tot de conclusie
dat de bewustzijnsherinneringen niet in de hersenen te lokaliseren zijn.
Verschillende andere onderzoekers zijn tot dezelfde conclusies gekomen (Pribram,
Eccles). Er is een interactie tussen een immaterieel veld, een niet-materiële
zijnsorde in het universum en het fysieke deel van de mens.
Het concept in de huidige wetenschap vertelt dat het
bewustzijn in de hersenen is gelokaliseerd, maar dat concept is nooit
aangetoond, nooit bewezen; men gaat er vanuit. Dit concept, deze hypothese mag
je echter niet aanvallen want dan ondergraaf je de ideeën van mensen en dat
stellen ze niet op prijs. Mensen als Penfield geven aan dat hun hele levenswerk
tot resultaat heeft gehad dat ze deze hypothese niet kunnen bewijzen.
De Nederlandse hersenonderzoeker Herms Romijn - ook
adviseur van de Stichting Bezinning Orgaandonatie - lanceert iets nieuws. Hij
zegt dat de hersenen binnen een uur vol zitten als ze de informatie opnemen die
ze toegediend krijgen. Dit zou betekenen dat het z.g. korte en lange termijn
geheugen helemaal niet kunnen bestaan. Ook Romijn ondergraaft nu dus de
gehanteerde hypothese dat de hersenen de bewustzijnsherinneringen bevatten.
Dit heeft implicaties voor het hersendoodconcept. De
Nederlandse wetgever koppelt persoonlijkheid aan de hersenen en stelt dat een
hersendode dus geen persoonlijkheid meer heeft. Hier kun je wel heel grote
vraagtekens bij plaatsen. Wat versta je onder persoonlijkheid als je het
voorgaande in acht neemt? Persoonlijkheid zou je kunnen definiëren als de
combinatie van je totale bewustzijn, je gevoel van identiteit - je
zelfbewustzijn - en je herinneringen. Uit de BDE's nu blijkt dat het bewustzijn
van je hogere Zelf veel omvattender is dan je kunt ervaren met je dagbewustzijn
in je lichaam. Je ego dat je ervaart in je lichaam is wat anders dan je hogere
Zelf dat je ervaart buiten je lichaam. Er is wel een onderling verband, maar je
hogere Zelf is een veel grotere dimensie dan je ego. Je ego sterft af als je
lichaam afsterft. Je hogere Zelf - je hogere bewustzijn waarmee je in contact
bent met alle andere bewustzijnsvelden die bestaan, ooit bestaan hebben en nog
zullen bestaan - blijft.
Intrigerende
vragen.
Enige boeiende vragen. Hoe kan het dat elk lichaam dat voortdurend wordt
afgebroken (alle cellen worden constant door nieuwe vervangen) en weer opnieuw
wordt aangemaakt toch een continuïteit van functies en van functioneren heeft?
Waar komt die continuïteit vandaan? Hoe kan dit opgeslagen zijn in cellen die
steeds veranderen en worden afgebroken? Hoe werkt dit? Dit kan nooit als alles
in die cellen zou zijn opgeslagen.
Het enige dat niet verandert, is je DNA. Dit is het
enige constante in je lichaam. Het DNA zal dus waarschijnlijk een essentiële
rol spelen als het contactpunt tussen je cellen en je bewustzijnsvelden. Maar
hoe? Na een BDE zijn de functies van de hersenen veranderd: de mensen houden een
verhoogde intuïtie. Veel mensen zijn na een BDE helderziend, helderhorend,
heldervoelend. Ze hebben waarschijnlijk ook een ander elektrisch en magnetisch
veld om zich heen. Hoe komt het dat de functie van je lichaam na een BDE zo
verandert? Welke rol speelt de DNA-functie hierin?
Mijn theorie is dat elk mens zijn eigen,
persoonsspecifiek DNA heeft in al zijn cellen - en dus ook in zijn hersencellen
- en dat elk mens hierdoor contact met zijn eigen bewustzijnsvelden kan maken.
Je DNA speelt een essentiële rol in je contactmogelijkheden en je DNA gaat
kapot als je cel zich niet meer splitst en definitief afsterft.
Mensen ervaren iets in een BDE en halen hier het
wezenlijke inzicht dat dood niet bestaat:
a.. hiermee krijgt leven een totaal andere waarde;
b.. hiermee worden liefde, aandacht en compassie naar jezelf en naar anderen
belangrijk;
c.. hiermee neemt het belang van uiterlijk, geld, en verslavende dingen
aanzienlijk af;
d.. hiermee wordt levensenergie gegeven aan dingen die te maken hebben met de
continuïteit.
Dit botst vreselijk met de heersende opvattingen en dit betekent dat ongeveer
80% van mensen met een BDE in echtscheiding raakt, van baan verandert en anders
gaan leven. Dit is een heel moeilijk proces dat jaren en jaren kost.
Als je openstaat voor wat deze mensen te vertellen hebben, kun je die inzichten
oppakken. Als je ze niet uit angst afwijst, zijn mensen met BDE's grote
leermeesters voor je.
Bijna-dood
ervaringen en orgaandonatie.
Tussen BDE's en orgaandonatie ligt een zeker verband. Deze wordt gevormd door
medische en ethische problemen. Hoe ga je om met comateuze patiënten? Hoe ga je
om met stervende patiënten? Hoe ga je om met euthanasie? Hoe ga je om met
abortus? Hoe ga je om met organen die verwijderd worden uit hersendode
patiënten met een kloppend hart? Dit zijn voor mij vragen waarbij dezelfde
problemen een rol spelen.
Als je beseft dat je bewustzijn en je identiteit niet
in je lichaam zitten, maar wel via je lichaam worden ervaren, dan zou dat het
volgende kunnen betekenen. Als je de organen bij iemand wegneemt bij wie de
hersenen niet voldoende functioneren en die 'hersendood' genoemd wordt , neem je
de organen weg bij iemand van wie het organisme niet gestorven is. Dit is een
belangrijk inzicht. Hij of zij is dus niet dood. Vanuit dit inzicht mag ieder
mens met zichzelf handelen zoals hij zelf wil, als hij het maar bewust doet. Uit
liefde mag je een orgaan afstaan, als je maar weet wat dat betekent. Een ander
mag zoiets niet voor je beslissen. Dit kán eigenlijk niet. Ik geloof namelijk
niet dat je bewustzijn in je lichaam zetelt. Je kunt op allerlei vragen die op
dit gebied ontstaan antwoorden krijgen als je ernaar wilt zoeken.
Het verband tussen BDE's en orgaandonatie heeft dus te maken met het inzicht in
de relatie tussen je bewustzijn en je lichaam, het inzicht in wat dood betekent
en wat leven betekent. Leven betekent dat je cellen dankzij energieën in staat
zijn met je bewustzijn te communiceren. Dood betekent dat door het versterven
van de cellen de communicatie tussen je lichaam en je bewustzijn onmogelijk is
geworden, maar je bewustzijn blijft bestaan. Je kunt het een beetje vergelijken
met televisie. Als ik het televisietoestel aanzet kan ik het beeld ontvangen,
dan wordt het zichtbaar voor mijn zintuigen. Als ik het toestel uitzet ontvang
ik niets meer, maar de uitzending gaat door.
En zo gaat het met alle mogelijke informatie in het
universum: deze wordt alsmaar uitgezonden en wij vangen er iets van op als we
ons ervoor kunnen en willen openstellen.
Op 17 augustus 1978 ben ik, na een nachtdienst in het
ziekenhuis gedraaid te hebben, aangereden door een vrachtwagen. De chauffeur
heeft mij gelanceerd en in bewusteloze toestand laten liggen. Later bleek het
een coma te zijn. Het eerste dat ik me daarvan weet te herinneren, is dat ik een
meter of vier, vijf boven mijn lichaam was. Ik zag dat er iemand druk bezig was
mijn helm van mijn hoofd te halen. Toen kwam de ambulance eraan, waarin ik naar
het ziekenhuis werd gebracht. Maar zelf hing ik dus als het ware boven die
ambulance, ik zweefde met de brancard mee. Het leuke was dat er twee mensen
bijwaren die ik 's nachts in het ziekenhuis ontvangen had toen ze een kraamvrouw
kwamen brengen. Ik ging naar het ziekenhuis in Arnhem. Ik werd op een plaat
gelegd, er werden foto's gemaakt. En men probeerde mijn contactlenzen eruit te
halen, want dat had ik in mijn agenda staan. Dat lukte niet, dat zag ik. Ik gaf
wel steeds aanwijzingen, maar er was niemand die luisterde. Op een gegeven
moment is er een vriendin gewaarschuwd die die contactlenzen er uitgehaald
heeft. Op dat moment kwam ik in een tunnel. Die tunnel kan ik het best
omschrijven als zwart en aan het einde was een bol. Die bol gaf een niet
verblindend licht. Om u toch een beetje het gevoel te geven hoe het eruitzag -
het is namelijk ontzaglijk moeilijk om uit te leggen - u kunt het vergelijken
met een peertje dat je door middel van een dimmer terug kunt draaien. Het was
niet verblindend. Ik werd als het ware naar die bol toe getrokken. Toen ik door
die bol heen kwam, waren daar de meest schitterende kleuren, die ik ook nooit
meer teruggevonden heb. Zo mooi violet, groen, blauw. Het is echt niet uit te
leggen. Daarbij was een ontzaglijk mooie muziek.
Toen ik later in Utrecht in een revalidatiecentrum was,
ben ik op zoek gegaan naar die muziek. Voor mijn gevoel is het te vergelijken
met Jean Michel Jarre of Andreas Vollenweider, hoewel... Ik heb het nog steeds
niet teruggevonden. Daarna zag ik een schitterde boom met allerlei mooie
bloemen. Ook die bloemen en die kleuren van die bloemen heb ik nooit meer
teruggevonden. Het meeste vreemde was dat er op een gegeven moment drie personen
aankwamen die mij -zoals achteraf bleek - heel bekend voorkwamen. Het waren mijn
opa, mijn schoonvader en een vriend die zich heeft doodgespoten met drugs. Hij
zei tegen mij: "Kom maar hier, het is hier erg mooi." Die bol ging
overal met me mee. Ik kreeg een rondleiding door de meest schitterende
landschappen, met heel mooie bloemen en kleuren. Wat mij daar echt goed van
bijgebleven is, is een ontzaglijk gevoel van rust. Er werd onderweg vrijwel niet
gecommuniceerd. Ik kwam bij een kanaaltje, waar werd stilgehouden. Als een 8mm-
superfilm zag ik heel snel mijn leven voorbijgaan. Een van de eerste dingen die
ik daarvan nog weet is dat ik in de wieg werd gelegd door zuster Cunegonde. Het
is gek dat ik haar naam nog weet ik herinner me haar gezicht nog. Ze zei tegen
mijn moeder: "Hij heeft zo'n schattig klein neusje."
Ik begreep wel dat ik dingen anders, misschien beter
had kunnen doen. Ik kreeg een beetje inzicht in mijn eigen persoon. Tot op het
moment van het ongeluk. Toen moest ik kiezen, maar er was eigenlijk geen keuze.
Ik moest door die bol heen en daarin zat een heel klein kindje. Dat kindje bleek
mijn dochter te zijn, die geboren was terwijl ik in coma lag. Ik ging door die
bol heen en kwam in een spiraal terecht. Hoe lang die spiraal duurde, weet ik
niet. Op het einde was een ontploffing. Het eerste dat ik toen zag, was een
groen scherm. Ik had erge pijn in mijn polsen en hoofd. Het bleek dat ik terug
was op de intensive care.
Op onverklaarbare wijze ben ik toen het bed uitgegaan
en heb ik het infuus eruit getrokken. Ik wilde naar een boom gaan, die midden op
het terrein van het ziekenhuis stond, terwijl ik dat niet kon weten, want ik
werkte niet in dat ziekenhuis. Ze hebben me bewusteloos gevonden. En me
vervolgens zo'n beetje kunstmatig platgehouden. Toen ik na vier weken weer een
beetje echt op deze wereld was, heb ik er voor het eerst over gepraat met de
behandelend neuroloog. Dat ik zo'n raar gevoel had over daar waar ik geweest
was. Of i k dat gedroomd had? De man sloeg heel vriendelijk de arm om mijn
schouder en zei: "Je hebt behoorlijk hersenletsel gehad." Hij draaide
zich om en ging door met de dagelijkse werkzaamheden. Toen heb ik een
fysiotherapeut gevraagd met mij in een rolstoel naar buiten te willen gaan. Dat
deed ze en het eerste waar ik heen wilde, was die boom. Daar hebben we even
onder gezeten. We zijn weer naar binnen gegaan, ik heb geprobeerd met haar te
praten. Zij heeft toen een dominee naar mij toegestuurd. Dat was heel lief. Ik
heb het aan die man verteld, een klein beetje, omdat ik niet zeker wist of ik
gedroomd had of daar geweest was. Hij vroeg mij wat duidelijker mijn gevoelens
weer te geven. Toen heb ik geantwoord dat ik mij opnieuw geboren voelde. Toen
kreeg ik bijna een draai om de oren. Dat kon niet, je wordt maar één keer
geboren. Daarna kon ik er dus met niemand meer over praten, ik ging mezelf
volledig afsluiten.
Toen ik thuiskwam en in afwachting was van het
revalidatiecentrum, kon ik er met mijn vrouw en familie ook niet over praten. In
de eerste plaats omdat er een kindje geboren was en er geen tijd voor was, en in
de tweede plaats omdat ik een stukje geheugenverlies had. Ik moest mijn eigen
huis weer leren kennen, mijn eigen gezin terug kennen. Wennen aan een nieuwe
baby, ik was nog niet 100%. Ik liep moeilijk en praatte moeilijk.
Ik kon er niet over praten, ging me steeds meer
afsluiten. Na drieënhalve maand heb ik er voor het eerst met nufje huisarts
over gepraat bij een controleonderzoek. Die had er wel eens iets over gehoord
tijdens zijn opleiding en verwees me door naar een hulpverlenende instantie.
Daar waren bijzonder vriendelijke mensen, want na achttien intakegesprekken werd
ik met slaappilletjes naar huis gestuurd. Ik was losgeslagen en hypomaan, maar
dat was allemaal heel normaal voor mensen met hersenletsel. Ondertussen had ik
nog steeds mijn verhaal niet kunnen vertellen, want er was niemand die
luisterde.Als ik bij de eerste vijf regels was, zeiden ze: "Ja hoor, dat is
heel normaal. Tijd voor de volgende afspraak."
Dat heeft erin geresulteerd dat ik op 4 januari 1988 de
pillen die ik van de hulpverlenende instantie had meegekregen, heb ingenomen om
bij die rust te zijn. Die rust die ik zo prettig had gevonden. Maar het werd
uitgelegd als een suïcidepoging en ik werd opgenomen in een crisiscentrum. Daar
probeerde ik weer mijn verhaal te vertellen en werd er gepraat over
relatietherapie.
Daarvandaan werd ik overgeplaatst naar een klooster,
dat was goed voor me. Daar kon ik warempel voor het eerst eens een keer praten.
Ik wist toen immers nog steeds niet of ik er nu wel of niet geweest was. Ik
vertelde het aan een dominicaan die heel geduldig luisterde. Hij had nog nooit
iemand gesproken die er ook geweest was.
Daarvandaan ben ik geopereerd aan mijn gebroken neus.
Ik kwam thuis en werd plotseling opgehaald. Het volgende moment lag ik in een
isoleercel van een psychiatrisch ziekenhuis, zijnde schizofreen. Ik was een
gevaar voor mezelf en een gevaar voor mijn omgeving, had een districtpsychiater
vastgesteld.
Toen ik daar eenmaal zat, was er een bijzonder
vriendelijke psychiater die mij vroeg mijn verhaal te vertellen. Ik mocht
warempel twee minuten praten en toen zei hij: "Jongen, jij kan zo goed
toneelspelen, maar ik heb nu geen tijd meer. " Ik werd naar de gesloten
afdeling overgebracht, waar drugs- en alcoholverslaafden zaten. Daar moest ik
zelfs knokken voor mijn leven, want een gigantische knaap bedreigde me met een
groot mes, omdat ik geen drugs voor 'm ging halen. Prompt lag ik weer in de
isoleercel, want ik was agressief. Daarna mocht ik met een psycholoog praten die
vertelde dat hij vroeger ook problemen met zijn moeder had gehad. Toen werd ik
dus weer teruggebracht naar die gesloten afdeling.
Tegen het advies in ben ik uiteindelijk weggegaan via
een luik boven in die afdeling. Toen ben ik in een revalidatiecentrum
terechtgekomen, waar ik zeer goed ben gerevalideerd. Ik ben er de mensen nog
dankbaar om. Alleen geestelijk liet het een beetje te wensen over.
Er was een klinisch psycholoog die me de ene na de
andere psychologische test liet maken. Er werd me van alles aangepraat, terwijl
ik alleen maar graag wilde weten wat er nou precies gebeurd was. In overleg met
mijn vrouw werd besloten dat ik daar maar moest blijven en de WAO moest laten
overmaken. Het zou eigenlijk aan onze relatie liggen. Niemand had geluisterd. Na
mijn revalidatie ben ik tegen advies in weggegaan. Thuisgekomen kon ik er niet
over praten. Niet met mijn vrouw, niet met mijn familie. Dat heeft geresulteerd
in een echtscheiding, omdat er allerlei veranderingen hebben plaatsgevonden.
Eén van die veranderingen is dat ik niet bang meer ben voor de dood. Voor mijn
ongeval zat ik behoorlijk in een yuppiecultuur. Dat is nu duidelijk anders. Geld
is helemaal niet belangrijk meer voor me. Er zijn persoonsveranderingen geweest.
Ik ben opener en liefdevoller geworden. Begrijpender ook, meer één met het
milieu.
Ik heb veel vrienden verloren, mijn vrouw, mijn twee
kinderen, omdat ze niet konden accepteren dat ze te maken kregen met een
veranderd mens. Pas veel later heb ik mijn verhaal kunnen vertellen in een
ziekenhuis waar ik weer eens een psychologische test moest doen. Toen werd me
dus duidelijk dat er meer mensen zijn die zo'n ervaring hebben gehad.
Het hele probleem zit 'm erin dat ik niks tastbaars heb
meegekregen om mensen als u te bewijzen waar ik geweest ben. Ik heb alleen dat
gevoel van rust.
Vandaag is het echt de laatste keer dat ik dit vertel.
Gisteren ben ik op de televisie geweest, eerder op de radio en in de krant. Niet
omdat ik graag filmster wilde worden, maar omdat ik graag wil dat mensen die
zo'n ervaring hebben niet altijd in een vakje gezet worden. Omdat ik wil dat er
naar hen geluisterd wordt. Ik hoop dat - door dit symposium en het onderzoek dat
is gestart - de hulpverlening mensen de kans geeft om eerst hun verhaal te doen.
Gewoon eens luisteren wat er met mensen kan gebeuren. Het leuke is dat er door
mij psychologische tests zijn gemaakt, waar ik nog sterker uit naar voren kwam
ná mijn BDE dan ervóór. Ik weet niet of het de moeite waard is dat eens te
bekijken. Ik hoop dat u na het aanhoren van de verhalen op dit symposium de
mensen de kans biedt te vertellen. Mochten mensen ons als abnormaal gaan
beschouwen, neem dan maar één ding van de mensen met een BDE aan: als we
erover praten, komt het niet uit de dikke duim, maar uit het gevoel. Wij hopen
dat we een beetje van dat gevoel aan u over kunnen dragen. Dat er meer is als je
ooit een keer je ogen dicht doet. Alleen ik kan het eigenlijk met zeggen, want
we hebben nooit iemand gesproken die is teruggekomen.
1. Komen BDE's algemeen voor?
Ja, onderzoek tot nu toe heeft uitgewezen dat BDE's voorkomen over de gehele
wereld, ongeacht leeftijd, geslacht, opleiding, godsdienst, en
sociaal-economische klasse. Diverse niet-westerse culturen zijn onderzocht,
waarbij bleek dat de daar voorkomende BDE's grote overeenkomsten vertoonden met
de BDE's in de westerse samenleving. Ook zijn er historische beschrijvingen van
BDE's te vinden, zelfs van meer dan 2000 jaar oud. Deze beschrijvingen bevatten
veelal dezelfde kenmerken als de huidige BDE- verhalen. Wel is het zo, dat men
mag aannemen dat de BDE tegenwoordig veel vaker voorkomt dan in het verleden.
Dit is het gevolg van snelle ontwikkeling en verbreiding van de medische
technieken. Dank zij deze technieken kunnen nu veel meer mensen dan vroeger in
leven worden gehouden tijdens levensbedreigende situaties. Een duidelijk
voorbeeld daarvan is het reanimeren bij een hartstilstand.
2. Zijn BDE's niet slechts hallucinaties?
Nee, het zijn geen hallucinaties, fantasieën of dromen. Elke overeenkomst met
een BDE hiermee is oppervlakkig. Er zijn inmiddels verschillende BDE's bekend
van mensen die bijvoorbeeld tijdens de reanimatie boven hun lichaam zweefden en
na afloop precies konden vertellen hoe alles tijdens dit proces verlopen was.
Vooral details zoals woordenwisselingen en proces- en apparatuurbeschrijvingen,
die ze niet langs de normale zintuiglijke weg konden weten zijn hierbij
belangrijk. Hun verslagen konden vaak aan de hand van operatieverslagen en
navraag bij het behandelingsteam worden geverifieerd.
Bovendien stemmen de ervaringen van de meeste BDE'ers
met elkaar overeen en dit is moeilijk te verzoenen met de variabiliteit van
hallucinaties, fantasieën en dromen. Vervolgens staan de positieve
veranderingen die vaak in het leven van iemand met een BDE optreden,
waarschijnlijk als gevolg van hun beleving, in schril contrast met de slechte
prognose van psychotici. Tenslotte willen we erop wijzen dat de BDE'er vaak
aangeeft dat deze ervaring een grotere helderheid en realiteitswaarde had dan
onze dagelijkse ervaring en waarneming.
3. Waarom heeft niet iedereen in een kritieke
situatie een BDE?
Dit is nog maar de vraag. We kunnen alleen constateren dat volgens onderzoek 10-
60% van de mensen die in levensgevaarlijke toestand hebben verkeerd, zich een
ervaring kunnen herinneren. Er zijn nog twee mogelijkheden in geval van
niet-herinneren. Men heeft geen ervaring gehad of men heeft wel een BDE gehad
maar kan of wil zich deze niet herinneren. Bij de tweede mogelijkheid kunnen
herinnerings- en/of verdringingsmechanismen een rol spelen. De bovengenoemde
variërende frequentie wordt waarschijnlijk voor een belangrijk deel verklaard
door verschillen in onderzoeksmethode en definitie van een BDE: hoe meet je of
er sprake was van een ervaring, wanneer is iemand bijna dood?
Er blijven hier vooralsnog een aantal vraagtekens staan die uitnodigen tot
verdere studie.
4. Is de BDE een bewijs voor een "leven na
de dood"?
Het antwoord van deze vraag hangt af van wat men als bewijs wil aanvaarden.
Vooropgesteld dient te worden dat het om bijna-doodervaringen gaat en dus niet
om mensen die definitief dood zijn geweest. Daartegenover kun je zeggen dat
zulke ervaringen een sterke aanwijzing vormen voor de realiteit van menselijk
ervaren buiten en misschien ook los van het fysieke lichaam. Daarmee wordt op
z'n minst de mogelijkheid gesuggereerd van het voortbestaan van de mens na de
biologische dood. Indirect bewijs wordt gevormd door de verhalen van enkele
BDE'ers die tijdens hun beleving een bekende waarnamen van wie ze niet konden
weten dat de persoon gestorven was. Indirect bewijs is ook het
"waargebeurde" verhaal van iemand die tijdens zijn BDE zijn overleden
vader ontmoette die hij tijdens zijn leven nooit heeft gekend. Het bijzondere
was dat hij tot dan niets wist van deze biologische vader omdat het bestaan van
zijn "echte" vader door zijn moeder en zijn sociale vader verborgen
werd gehouden. Zijn beschrijving van zijn echte vader bleek later te kloppen met
de verslagen van de moeder die de waarheid niet langer kon achterhouden. Deze
verhalen maken het voortleven van de waargenomene aannemelijk. Tenslotte zij
opgemerkt dat de bewijskracht van argumenten altijd in het licht gezien moet
worden van de levensovertuiging en theorieën van de discussiërende partijen.
Tegen verstokte sceptici en blinde gelovigen is nauwelijks enig argument
opgewassen.
5. Toont de BDE het gelijk van het christelijk
geloof?
Nee, dit zou een veel te simpele voorstelling van zaken zijn. Christelijke
theologen discussiëren er nog steeds over of het bijbelse materiaal wijst op
een leven na de dood en zo ja, in welke vorm dan. Het hiernamaalsgeloof is wel
gemeengoed onder vele christenen maar zeker niet alle. Verder behoort de idee
van menselijk voortbestaan voorbij de dood tot het geloofsweten van vele andere
religies. Dus in zoverre de BDE dit voortbestaansidee ondersteunt levert zij
aanwijzingen op voor een belangrijk ingrediënt van een aantal levens- en
wereldbeschouwingen en zeker niet alleen voor de christelijke religie. Bij veel
BDE'ers heeft hun beleving geleid tot een positieve(re) waardering van een
religieuze levenshouding en soms zelfs tot een spirituele ommekeer. Dit
betekende zeker niet dat zij daarmee ondubbelzinnig kozen voor een
georganiseerde religie. Voor alle duidelijkheid merken wij op dat het
wetenschappelijk onderzoek naar BDE's tot het terrein van de wetenschap hoort en
niet tot het terrein van het (levend of dood) geloof.
6. Kan de BDE wetenschappelijk worden onderzocht?
Ja, als menselijke beleving (dus zelfs ongeacht het realiteitsgehalte) kan het
onderwerp zijn van rationele overwegingen op basis van wetenschappelijke
criteria. Zogenaamd kwantitatief veldonderzoek naar BDE's is heel goed mogelijk
en wordt ook op verschillende plaatsen in de wereld uitgevoerd.
Ook de stichting voor Bijna Dood Ervaringen, Merkawah,
heeft een grootschalig (prospectief) onderzoek naar BDE's in Nederland gehouden.
Een paar thema's die her en der wetenschappelijk worden aangevat zijn:
Definitiestudies van relevante medische begrippen als "dood", "bijna-dood",
"klinisch dood", "hersendood" en "hartdood" enz.
Het vaststellen van de frequentie van de BDE.
Het zoeken naar de (eventueel oorzakelijke) samenhang en het voorkomen en de
inhoud van de BDE met tal van persoonsgebonden en medische factoren.
Onderzoek van effecten van de BDE zoals op persoonseigenschappen, waardepatroon
en gedrag.
De toetsing van sommige aspecten van de BDE (bijvoorbeeld uittreding) op
realiteitsgehalte door checks aan de hand van operatieverslagen en
getuigenverklaringen.
7. Verandert er iemand door een BDE?
Ja, meestal wel. Het is bekend dat crisisgebeurtenissen een sterke negatieve,
traumatiserende werking kunnen hebben op mensen. De BDE is ook zo'n
crisiservaring. In plaats van emotioneel in de knoop te raken door de BDE
reageert men er vaak heel positief op en koestert men de ervaring als een
waardevolle beleving.
Van de beleving gaat meestal een sterke impact uit op persoonlijke eigenschappen
(bijvoorbeeld minder angst voor de dood), waardenoriëntatie (zoals meer
betrokken voelen bij anderen) en op houding tegenover religie en leven na de
dood (bijvoorbeeld minder dogmatisch over levensbeschouwing).
Personen die een bijna-doodsituatie overleven zonder
BDE houden meestal evenveel angst voor de dood als voor de crisis, zodat men de
verminderde angst van de BDE'ers aan hun ervaring moet toeschrijven. Ook
niet-ervaarders veranderen wel voor wat betreft persoonlijke eigenschappen en
waarden maar de gewijzigde houding ten opzichte van religie en leven na de dood
is specifiek voor de BDE'ers.
Een zaak waar de BDE'ers telkens weer de nadruk op leggen is het belang van
liefde. "Heb je geleerd lief te hebben?" is een vraag die veel BDE'ers
in de loop van hun ervaring is gesteld, en liefde wordt zo hun belangrijkste
maat om de waarde van hun verdere leven aan af te meten. De conclusie van ons
antwoord is dat een BDE als crisiservaring de persoonlijke groei, zeker op de
lange termijn, bevordert.
8. Ik ken iemand met een BDE. Hoe kan ik het
beste met die persoon omgaan?
Hoewel de veranderingen in het leven van een BDE'er op den duur positief zijn
kan hij (of zij) gedurende enige tijd na de crisis door het hele gebeuren van de
bijna dood en de ervaring flink in de war zijn. Misschien heeft hij ook een
weerzin tegen het gewone leven gekregen of is hij bang om voor gek versleten te
worden zodat hij zijn mond houdt over de BDE. Een afwijzende of een negerende
reactie vanuit de omgeving kan zijn verwarring verergeren of hem helemaal doen
dichtklappen. Een luisterend oor en begrip van anderen is de beste remedie en
hoe u zelf ook over de ervaring denkt, bedenk wel dat de persoon zelf het
meestal niet als een waanbeeld, droom of fantasie ervaren heeft maar als
werkelijker dan de dagelijkse beleving. Neem de BDE'er daarom serieus, verklaar
hem niet voor gek en laat hem vrijuit over zijn ervaring praten zonder hem te
interrumperen met uw eigen ideeën over leven en dood. Wanneer u er niet zeker
van bent dat de persoon een BDE heeft gehad of niet zeker weet hoe hij op uw
toenadering zal reageren, is het aan te raden om hem eerst onder vier ogen te
spreken omdat het een heel intieme ervaring kan zijn.
9. Welke tips kunt u geven voor hulpverleners?
Wanneer u uit uw professie iemand tegenkomt die een BDE heeft gehad dan kunt u
deze persoon het beste helpen door serieus te luisteren naar haar (of hem).
Voorts helpt u hen door te vertellen dat ze niet de enigen zijn met zo'n
ervaring en kunt u hen zeggen dat zulke belevingen bijna-dood-ervaringen worden
genoemd zodat het beter plaatsbaar wordt voor hen. Zeg nooit dat het slechts om
een hallucinatie gaat, hoe u er zelf ook over denkt. Geef er gewoon geen of niet
te snel een verklaring voor.
Raadzaam is om ook het hele gezin erbij te halen want
vooral de andere gezinsleden hebben te maken met alle veranderingen die een
BDE'er ondergaat. Laat de BDE'ers eventueel andere BDE'ers ontmoeten (hiervoor
kunt u contact met de Stichting Merkawah opnemen) maar beveel ze in ieder geval
de lezing van een of meer boeken over dit onderwerp aan. Verdere informatie over
deze tips kunt u lezen in het onderdeel: "10 tips voor hulpverleners"
op www.merkawah.nl
10. Ik ken iemand die zegt voorspellende dromen
te hebben sinds zijn BDE.
Ja, dat kan. Een bevinding van verschillende onderzoeken naar de gevolgen van
BDE's is, dat een aanzienlijk aantal onder de BDE'ers zegt sinds de BDE één of
meer paranormale ervaringen te hebben gehad of dat zich paranormale capaciteiten
hebben ontwikkeld bij hen. We noemen hier een aantal steekwoorden, zonder
omschrijving, om de gedachte enige richting te geven: uittredingen, wonderlijke
genezingen, magnetiseren, visioenen, voorspellende invallen en dromen,
helderziendheid en telepathie.
Het is bekend dat psychotische patiënten ook vaak
claimen paranormale gaven te bezitten. Toch raden wij de hulpverleners met klem
aan in geval van BDE'ers voorzichtig te zijn en zulke claims niet direct als
psychiatrisch te fabelen. In geval van twijfel gelieve het oordeel op te
schorten. Verscheidene van hun claims zijn reëel bevonden. Ook al staat de
realiteitswaarde van paranormale gaven en ervaringen nog steeds ter discussie,
toch dienen we nog steeds de mogelijkheid open te houden dat we inderdaad
verschil moeten maken tussen paranormaal en abnormaal in psychiatrische zin.
Bron: www.merkawah.nl
Ben
je of heb je je brein? Wij
zijn ons brein
is een gevleugelde uitspraak van Dick Swaab,
hoogleraar neurobiologie aan de Universiteit van Amsterdam en tot 2006
directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek.
Op 16 februari 2011 zond de Humanistische Omroep een profiel van hem uit en
wie dat alsnog wil terugzien kan er meteen heen via
deze link.
Ik heb met gemengde gevoelens
gekeken naar deze wetenschapper die zichzelf beschouwt als een 3,8 miljard
jaar oude levende computer, want een ander verklaringsmodel staat hij niet
toe!
Hij is briljant hoor, en
geestig (een stofzuiger werkt ook niet minder goed als je weet hoe hij
werkt), en cynisch (liefde wordt toch niet minder romantisch als je een
computer bent; er is ook geen nut aan het bestaan) en arrogant (Pim van
Lommel brengt flauwekul) en realistisch (heb je een vrije wil om
weldoordacht uit vrije keuze verliefd te worden?) en hij spreekt zichzelf
tegen... "zolang we niet weten wat we niet weten kunnen we niet zeggen
hoeveel procent we af weten van de hersenen".
Als
dat laatste waar is, en dat is het, dan weet hij dus ook niet dat
"we" de bijnadoodervarings-deskundige Pim van Lommel "niet
nodig hebben" voor "flauwekul".
Van Lommel is zoals jullie weten de cardioloog die een standaardwerk heeft
geschreven over bijnadoodervaringen (BDE): "Eindeloos Bewustzijn",
een zware pil.
Hoe wetenschappelijk is Dick
Swaab? Hij staat geen ander verklaringsmodel toe dan zijn materialistische
dogma, om dat te zien hoef je geen Einstein te heten. Niet dat hij zich
volgens mij moest laten overtuigen door een rabbijn aan de discussietafel,
want die had niets wetenschappelijks te melden. Die zei alleen wat hij
voelde en geloofde, bracht het ook niet als wetenschap.
Maar ik vind het nogal
zwak om vol te houden dat je in een proefopstelling bijnadoodervaringen kunt
evenaren!
Het is argumentatiezwakte om op Pim van Lommel en zijn werk te gaan
schelden.
Hebben bijnadoodervaringen (BDE's) überhaupt te maken met de hersenen??
Tegenstanders zoals Dick Swaab willen het star verklaren met alleen maar zuurstoftekort,
maar dat leidt lang niet altijd tot een BDE terwijl ook lang niet alle BDE's
gepaard gaan met zuurstoftekort!
Zelfs na totale uitval van hersenfuncties worden BDE's gerapporteerd, plus
subjectieve ervaringen die je bij totale hersenuitval niet zou kunnen
hebben. En mensen vertellen waarnemingen gedaan tijdens de BDE
over gebeurtenissen die ze in coma of bewusteloos juist niet zouden kunnen
weten, zodat te concluderen valt: een BDE heeft juist NIET met de hersenen
te maken.
Waar de tegenstanders ook zo
haastig overheen hollen is dat bij de meerderheid van mensen met een BDE
deze ervaring een nogal radicale omslag oplevert in het levensgevoel, het
waardenpatroon omtrent wat belangrijk is, en leidt tot wegvallen of
verminderen van angst voor de dood, toename van levensvertrouwen.
Dit ontbreekt bij proefpersonen blootgesteld aan zuurstoftekort of
hersenprikkeling.
Wat die ook niet krijgen zijn ontmoetingen met bekende overledenen aan 'de
andere kant'.
Nou ja je kunt als onderzoeker denk ik je carrière en/of je leven ruïneren
door iemand echt (bijna) dood te laten gaan, logisch dat men zover ook niet
kan gaan.
Dames en heren, jullie snappen
dat ik er niet aan wil dat wij onze hersenen zijn, hoewel ik dat model op
zich helemaal niet onzinnig vind, alleen ik ben er zelf van af, omdat
hersenen bewustzijn niet verklaren.
Maar waar prof. Dick Swaab het
levenswerk van een andere onderzoeker gaat negeren en ridiculiseren daar
neem ik hem niet meer serieus.
Pim
van Lommel is een bescheiden man, toegeweid aan zaken en feiten, maar Dick
Swaab zit de hele tijd cynisch te grijnzen, en dat vind ik tot daar aan toe,
maar als hij een collega zo slinks afzeikt dan snap ik ook waarom hij zo
grijnst: zolang we niet weten wat we niet weten kunnen we niet zeggen
hoeveel we wel weten, en daarom is hij gewoon onzeker over zijn
triomfantelijke zelfbeeld.
Zijn ontdekking van een
specifiek kenmerk in de hersens van homo's of transseksuelen riep morele
verontwaardiging op van mensen die bang waren dat je kleuters "een
pil" zou gaan geven als kon worden voorzien dat ze homo werden.
Swaab deed zijn waarneming echter niet in vivo, maar post
mortem. En daarom zei hij dat het in vivo "nooit" zou kunnen
worden voorzien dat iemand homo wordt. En dat vind ik met mijn
boerenverstand erg onwetenschappelijk en arrogant, om daarover
"nooit" te zeggen.
De reacties deze vondst doen trouwens
denken aan Wouter Buikhuisen die door de Linkse Kerk helemaal dood is
gemaakt als wetenschapper, ruim 20 jaar terug, want links houdt meer van
ideologie dan van feiten en wetenschap, en daarom mocht Buikhuisen niet
onderzoeken of misdaad behalve sociaal ook biologisch bepaald kon zijn.
Bij de Linkse Kerk moet een utopie immers waar zijn, al gaat
Nederland er ook door het ravijn in.
Wim Heins
Neuroloog ontwaakt uit coma:
'De hemel bestaat echt'
door: Robin de Wever - 12/10/12
Bewijzen bijna-doodervaringen
dat ons het overlijden iets te wachten staat?
Neurochirurg Eben Alexander dacht beter te weten, totdat hij zelf op het randje
van leven en dood balanceerde. Nu verkondigt hij stellig: de hemel bestaat.
Hij kende de verhalen over bijna-doodervaringen. Wist ook dat ze neurologisch
heel plausibel te verklaren zijn: wie bijna het leven laat en 'terugkomt' met
een wonderlijke getuigenis, heeft een prachtige hallucinatie beleefd. Die
theorie is goed gedocumenteerd, schrijft Alexander deze week in het Amerikaanse
tijdschrift Newsweek. Vandaar ook dat hij niet in God geloofde: hij wilde wel,
maar wist beter.
Een infectie met de E. coli-bacterie zorgde er uiteindelijk voor dat hij zijn
visie radicaal herzag. Terwijl de bacterie zijn hersenen aanvrat, lag Alexander
lag zeven dagen lang in een coma. Tijdens die sluimerperiode overkwam hem het
schijnbaar onmogelijke. Hoewel zijn hersenschors volgens metingen op stand-by
zou hebben gestaan en iedere vorm van bewustzijn uitgesloten leek, beleefde hij
een avontuur waarbij hij naar eigen zeggen klaarwakker was.
Glinsterende wezens en een bijzondere vrouw 'Ik steeg op, oneindig veel hoger dan de wolken. Glinsterende wezens
zweefden langs de hemel, terwijl ze lichtgevende sporen achterlieten. Vogels?
Engelen? Op die woorden kwam ik pas later, toen ik mijn herinneringen opschreef.
Alles bestond op zich, maar was tegelijk deel van al het andere, zoals de
gedetailleerde en verweven ontwerpen op Perzische tapijten.'
Het uiteindelijke verhaal is 'nog vreemder'. 'Het grootste gedeelte van de reis
was er iemand bij me. Een vrouw. Ze was jong, ik herinner me haar tot in detail.
Ze keek me aan met een blik die, als je hem vijf seconden zou gadeslaan, je hele
leven de moeite waard maakte - wat je eerder ook beleefd zou hebben.'
Huidige wetenschappelijke inzichten 'schiet tekort' 'Ze sprak tot me, zonder woorden. De boodschap waaide door me heen als de
wind, en ik begreep direct dat hij waar was - op dezelfde manier als ik weet dat
de werkelijkheid op aarde waar is.' Alexander zou vernomen hebben dat hij
'eeuwig geliefd en gekoesterd' wordt, dat hij niet bang hoefde te zijn en dat
hij niets verkeerd kon doen. Later verschafte een anonieme macht hem diepe
inzichten over zijn leven. Voor zover bekend heeft er nog nooit iemand gereisd
naar deze dimensie terwijl zijn hersenschors compleet inactief was. Zo ging dat
nog enige tijd voort, tot hij wakker werd.
De neurowetenschap schuift bijna-doodervaringen te makkelijk terzijde, vindt
Eben Alexander nu. 'Volgens de huidige medische opvattingen over het brein had
ik niet eens een minimaal, beperkt bewustzijn kunnen hebben, laat staan een
hyper-levendige en compleet coherente reiservaring kunnen opdoen.'
'Ervaring is eigenlijk een projectie' Anderen overtuigen dat er meer is dan de dagelijkse werkelijkheid is niet
eenvoudig, weet ook Alexander. Collega's tonen beleefd interesse, maar laten
zich duidelijk niet overtuigen. Ook buiten de academische wereld is de scepsis
groot. Religiejournalist Peter Stanford verklaart zijn verhaal in The Guardian
aan de hand van diepe verlangens: 'ervaringen met gene zijde' zijn volgens hem
eigenlijk een projectie van wat ieder mens graag zou willen. In Newsweek
kopt Alexander alvast een paar van zulke kritische ballen terug.
'Dit soort ervaringen zijn inderdaad zo oud als de menselijke geschiedenis. Maar
voor zover ik weet heeft er nog nooit iemand gereisd naar deze dimensie terwijl
zijn hersenschors compleet inactief was en terwijl zijn lichaam medisch
nauwkeurig in de gaten werd gehouden.'
'Het universum dat ik tijdens mijn coma heb ervaren is', zo concludeert
Alexander tot zijn 'schrik en plezier', 'hetzelfde als dat waar Einstein en
Jezus op heel verschillende wijzen over spreken'.
Alexanders verhaal, een samenvatting van zijn boek Proof of Heaven: A Neurosurgeon's Journey into the Afterlife, 2012,
is te lezen op de website The
Daily Beast.
"Schepper & Co" (NCRV) heeft
op 23-9-2013 een bijzonder interview uitgezonden met Eben Alexander (23 min.).
Terug te zien op:
Citaten
uit de Nederlandse vertaling
"Na dit leven" van Eben Alexander (2013)
"Toen
hoorde ik een nieuw geluid: een lévend geluid, alsof het 't rijkste, meest
complexe, prachtige muziekstuk was dat ik ooit had gehoord. Terwijl het volume
toenam als een puur wit licht dat naar beneden daalde, verdween het monotone,
mechanische kloppen dat, het leek wel een eeuwigheid, tot dan toe mijn enige
gezelschap was geweest. Het licht kwam steeds dichterbij... Een opening. Ik keek
niet langer náár het licht maar erdoorheen. Zodra dat tot me doordrong, begon
ik op te stijgen. Heel snel. Er was een suizend geluid en in een flits vloog ik
door de opening en bevond mij in een compleet nieuwe wereld. De vreemdste,
prachtigste wereld die ik ooit had gezien. Stralend, levendig, extatisch,
prachtig... Ik kan het ene superlatief op het andere stapelen om te beschrijven
hoe deze wereld eruitzag en voelde...
Onder mij lag het platteland. Het was groen, weelderig en aardachtig. Het was de
aarde, maar tegelijkertijd was het dat niet... Ik vloog over bomen en velden,
rivieren en watervallen, en hier en daar wat mensen. Er waren ook kinderen die
lachten en speelden... Soms zag ik een hond die om hen heen rende. Ze droegen
eenvoudige maar mooie kleding en het leek alsof de kleuren van deze kleren
dezelfde soort levendige warmte hadden als de bomen en de bloemen die op het
platteland om heb heen groeiden en bloeiden. Een prachtige ongelooflijke
droomwereld... alleen was het geen droom. Ik wist één ding absoluut zeker:
deze plek waar ik zo plotseling was gekomen was helemaal echt.
Ik weet niet precies hoe lang ik rondvloog. Maar op een gegeven moment besefte
ik dat ik niet alleen was. Er vloog iemand naast me. Het was een heel mooi
meisje... We vlogen samen over een ondergrond met een ingewikkeld patroon dat
bestond uit onbeschrijfbare, levendige kleuren, als de vleugel van een vlinder.
Sterker nog, overal om ons heen waren miljoenen vlinders, enorme fladderende
golven die naar benden vlogen... en daarna weer naar boven in onze richting. Ze
(het meisje) keek me aan met een blik die... Het was geen verliefde blik. Het
was een blik die verder ging dan al dat andere... verder dan alle verschillende
soorten liefde die we hier op aarde hebben. Het was iets hogers en in die blik
lagen al die andere soorten liefde besloten, terwijl het tegelijkertijd echter
en puurder was dan alle andere.
Ze sprak zonder woorden tegen me. De boodschap ging als een windvlaag door me
heen en ik begreep meteen dat het waar was. Ik wist het op dezelfde manier als
ik wist dat de wereld om ons heen echt was, niet een of andere voorbijgaande en
denkbeeldige fantasie."
"Om te begrijpen hoe de hersenen feitelijk onze toegang tot de kennis van
de hogere wereld kunnen blokkeren, moeten we accepteren... dat de hersenen zelf
geen bewustzijn creëren. Dat ze in plaats daarvan fungeren als een soort
minimaliserende klep of filter, waardoor de capaciteit van ons hoger,
onstoffelijk bewustzijn dat we in de onstoffelijke wereld bezitten, gedurende
ons sterfelijk leven wordt ingeperkt. Vanuit aards perspectief heeft dat een
heel duidelijk voordeel. Net zoals onze hersenen elk moment van ons waakzame
leven hard hun best doen om de overvloed aan zintuiglijke informatie die vanuit
onze stoffelijke omgeving op ons afkomt te filteren, en dat materiaal te
selecteren dat we feitelijk nodig hebben om te kunnen overleven, zo kunnen we
effectiever in het 'hier en nu' blijven doordat we onze bovenaardse identiteit
vergeten."
"Echte gedachten zijn buitenlichamelijk. Dit is het
denken-achter-het-denken dat verantwoordelijk is voor alle waarachtig
zwaarwegende keuzes die we maken in de wereld. Een denken dat niet afhankelijk
is van rechtlijnig, logisch redeneren, maar dat bliksemsnel beweegt,
verbindingen legt op verschillende niveaus en gedachten samenbrengt. Tegenover
deze vrije innerlijke intelligentie, is ons normale denken hopeloos langzaam en
onhandig."
"Wanneer je buiten de hersenen denkt, is het alsof je een wereld van
onmiddellijke verbindingen binnengaat waarbij gewoon denken een hopeloos slome
en moeizame gebeurtenis lijkt. Ons ware, diepste Zelf is compleet vrij. Dat
wordt niet verlamd of bezoedeld door daden uit het verleden en is niet bezig met
identiteit of status. Het begrijpt dat het niet bang hoeft te zijn voor de
aardse wereld, en daardoor heeft het niet de behoefte zichzelf groter te maken
door roem, rijkdom of overwinning. Dit is het ware spirituele zelf en we zijn
allemaal voorbeschikt om dit ooit te ontdekken."
"Het zal me jaren kosten om met mijn sterfelijke, stoffelijke hersenen te
begrijpen wat ik zo onmiddellijk en zo makkelijk in de hersenvrije rijken van de
wereld hierboven begreep...
In de wereld hierboven zou zodra er een vraag in me opkwam, het antwoord
onmiddellijk worden gegeven, zoals de ene bloem precies naast de andere opkomt.
Zoals geen enkel fysiek deeltje in het universum echt gescheiden is van een
ander, zo was het alsof een vraag nooit zonder een antwoord kon. Deze antwoorden
waren bovendien geen simpele 'ja'- of 'nee'- antwoorden. Het waren enorme
conceptuele bouwwerken, onthutsende structuren van levende gedachten, net zo
ingewikkeld als steden. Ideeën zo groots dat het me eeuwen zou hebben gekost om
ze te bevatten als ik beperkt was geweest tot aardse gedachten."
"Ons is de rol toebedeeld om naar het goddelijke te groeien en die groei
wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de wezens in de werelden hierboven -
de zielen en de glanzende hemellichamen (de wezens die ik in de Poort
aanvankelijk ver boven me zag en waarvan ik geloof dat daar de bron ligt van ons
concept van Engelen)."
"Hoe kunnen we dichter bij dit waarlijk spirituele zelf komen? Door liefde
en medeleven te tonen. Waarom? Omdat liefde en medeleven veel meer zijn dan
abstracte begrippen die veel mensen denken dat ze zijn. Ze zijn echt. Ze zijn
concreet. En ze vormen precies het bouwmateriaal voor het spirituele rijk. Om
terug te kunnen keren naar dat rijk, moeten we weer worden zoals dat rijk, zelfs
als we vastzitten aan deze wereld en erdoorheen ploeteren."
NOG EEN CITAAT:
"De boodschap bestond uit drie delen en als ik haar moest vertalen in een aardse taal, zou ze ongeveer op het volgende neerkomen: Je wordt bemind en gekoesterd, innig en voor altijd; Je hebt niets te vrezen; Je kunt niets fout doen.
De boodschap stroomde met een enorm en krankzinnig gevoel van opluchting door me heen. Het was alsof ik de regels kreeg van een spel dat ik mijn hele leven al speelde terwijl ik het nooit volledig had begrepen.
'We zullen je hier veel dingen laten zien,' zei het meisje, en opnieuw zonder deze woorden feitelijk te gebruiken, maar door hun abstracte essentie rechtstreeks over te brengen."
Jaren later bleek 'dit meisje', die bij hem was in zijn BDE, zijn overleden zus te zijn. Eben Alexander is namelijk geadopteerd en hij had deze biologische zus nooit ontmoet in zijn leven op aarde. Toen hij later een foto van die overleden zus onder ogen kreeg, realiseerde hij zich dat dit het 'meisje' was die steeds bij hem was in de BDE.
Trouwens ook was Eben als mens zich bewust van een enorme innerlijke pijn omdat hij als kind was afgestaan, waar hij mee worstelde. Hij was in een heel fijn adoptie gezin gekomen, maar toch had hij altijd te kampen met deze onbestemde innerlijke pijn en gevoel van minderwaardigheid.
NOG EEN CITAAT:
"De vragen en antwoorden gingen door. Hoewel ze nog steeds niet in de vorm van een taal kwamen zoals we die kennen, was de 'stem' van dit wezen warm en (hoe vreemd het ook mag klinken) persoonlijk. Het begreep mensen en bezat alle kwaliteiten die ik mijn hele leven altijd alleen met mensen heb geassocieerd: warmte, medeleven, medelijden en zelfs ironie en humor. Door het lichaam vertelde het AL mij dat er niet één universum is maar vele - in feite meer dan ik kon bevatten - maar dat bij allemaal Liefde de basis was. Het kwaad was ook in alle andere universums aanwezig, maar slechts in zeer geringe mate. Het kwaad was nodig, want zonder dat zou een vrije wil onmogelijk zijn en zonder vrije wil zou er geen groei zijn; geen voorwaartse beweging, geen kans voor ons om te worden wat AL graag wil dat we worden. Afschuwelijk en zo krachtig als het kwaad soms schijnt te zijn in een wereld als de onze, in het grotere geheel voerde Liefde overweldigend de boventoon en zou uiteindelijk zegevieren. Ik zag de overvloed van leven in de ontelbare universums waaronder een aantal waar de intelligentie veel groter was dan die van de mensheid. Ik zag dat er ontelbare hogere universums waren, maar dat de enige manier om deze dimensies te leren kennen is door ze binnen te gaan en ze aan den lijve ondervinden. Ze kunnen niet begrepen of gekend worden vanuit een lagere dimensionale ruimte. Oorzaak en effect bestaan in deze hogere sferen, maar ze vallen buiten ons aardse begrip ervan. De wereld van tijd en ruimte waarin we ons bevinden in dit aardse rijk bewegen is krap en op ingewikkelde wijze verbonden aan deze hogere werelden. Met andere woorden, deze werelden staan niet geheel los van de onze, omdat alle werelden onderdeel zijn van dezelfde overkoepelende, Goddelijke werkelijkheid. Vanuit die hogere werelden heeft iemand toegang tot elk moment of elke plek in onze wereld.
Het zal me de hele rest van mijn leven kosten, en nog wat langer, om te verkennen wat ik daar heb geleerd. De kennis die ik er verkreeg, werd niet aan mij onderwezen op de manier waarop een geschiedenisles of een wiskundetheorie wordt gegeven. Inzichten vinden directer plaats. Je hoeft niet overtuigd te worden om die daarna te kunnen verwerken. Kennis werd zonder dat je iets hoefde te onthouden in je geplaatst, meteen en voor altijd....
Dit betekent niet dat die kennis zomaar nu beschikbaar voor me is. Omdat ik nu terug ben in dit aardse rijk, moet ik dit verwerken met mijn beperkte lichaam en hersenen."
NOG EEN CITAAT:
"In de werelden daarboven ontdekte ik langzaam dat het kennen en in staat zijn om aan iets te denken alles was wat je nodig had om je ernaartoe te bewegen."
"De onvoorwaardelijke liefde en acceptatie die ik tijdens mijn reis heb ervaren, is de belangrijkste ontdekking die ik ooit heb gedaan, of ooit zal doen."
"Ik begreep dat ik deel uitmaakte van het goddelijke en dat niets, maar dan ook niets, me dat kon afnemen. Het onjuiste vermoeden dat we op de een of andere manier van God gescheiden kunnen worden is de wortel van elk soort angst in het universum en de oplossing er voor was de wetenschap dat niets ons ooit van God kan scheiden. Deze kennis blijft het belangrijkste wat ik ooit heb geleerd."
De nieuwe (2008) "Partij voor Mens en Spirit"
(MenS) is heel vrouwelijk, dus alle reden om de afkorting van 'Pré
Menstrueel Syndroom' (PMS) niet te gebruiken voor Mens en Spirit
(afkorting: MenS).
Met vrouwelijk bedoel ik de nadruk op zachte krachten, gevoel, intuïtie,
creativiteit en sociale verbondenheid boven machtszucht en eer. "Het
uitgangspunt van beleid en van handelen moet liggen in liefde en respect voor alles
wat er is," aldus de linkse partij.
Zo dames, en hoe gaan jullie dat toepassen op het Spaanse stierenvechten of
het Somalische meisjesbesnijden?
Huh, wat zei ik net: links??
Maar MenS acht zich toch nóch links nóch rechts?
Politicologisch dus interessant of zij inderdaad geen positie innemen op het
spectrum tussen de extremen: collectieve staatsbemoeienis (DDR, Noord-Korea,
Iran) en absolute vrijheid voor particulier initiatief en ieder voor zich (Chili
van Pinochet, Argentinië van Máxima's vader). Of dichter bij huis: waar
staan ze tussen herverdeling van de macht door collectieve maatregelen
(socialisme, links) en maatschappijhervormende vermenselijking (progressief)
à la Jaren 60-links, versus maatschappijbevestigende repressieve tolerantie
(conservatief) en zelf opdraaien voor je eigen handelwijze en stimulatie
van ondernemingszin (kapitalisme, rechts)??
Ik noteer uit het partijprogram:
- Erfelijk koningshuis
alle resterende macht ontnemen, puur ceremoniële rol geven, gewoon belasting
laten betalen;
- een uniek mens worden dat zich los weet te maken van ideaalbeelden,
reclame en machtsstructuren;
- deprivatiseren van nuts- en zorginstellingen en deze
collectieve zorgtaken weer oppakken om burgers onafhankelijker te maken
van commercie;
- aanhoudende economische groei gaat ten koste van
kwetsbaren en dient niet meer de bepalende factor te zijn voor
overheidskeuzen;
- een nationaal kabinet naar rato met vertegenwoordigers van
alle gekozen partijen, zodat alle kiezers zich vertegenwoordigd voelen (...)
en brede consensus (sociocratie);
- alleen de "gemeenschapsdienst" (=de overheid)
mag nog geld scheppen (inflatie) want de belangen van de samenleving zijn
belangrijker dan die van private banken;
- ‘natuur’-cannabis legaliseren (de huidige
productveredeling maakt er een harddrug van);
- werkstraffen voor daders zijn socialer en goedkoper dan
gevangenisstraffen;
- medische sector en commerciële farmaceutische industrie
ontvlechten, goedkeuring en toetsing wetenschappelijk onderzoek niet meer door
farmaceuten maar door onafhankelijke deskundigen;
- voedingssupplementen en alternatieve geneesmiddelen moeten
vrij verkrijgbaar blijven;
- tot in de wortel oplossen van criminaliteit kan slechts
door een pakket aan inzichten, acties en maatregelen die op liefde en niet op
woede en wrok zijn gebaseerd;
- op school brede geestelijke ontplooiing, intuïtieve en sociale
vaardigheden, relatiekunde, meditatie en leren ontspannen, maatschappelijke
bewustwording, muzikale vorming, drama, kunst, toneel, filosofie, gezondheid,
voeding, milieu, natuur, landbouw.
CONCLUSIE: EEN LINKSE PARTIJ.
De partij is een mix van communistische economie, revolutionaire
herstructurering van de geldwereld, republikeinse democratiserings-items
uit Maagdenhuisbezetting en hippie/provo-cultuur, totaal uitgeprobeerde en
mislukte linkse adagiums (werkstraffen en geitenwollensokken-dogma's), het
geloof in de wonderwerking van het hart, en een oorlogsverklaring aan de
farmaceutische maffia (gaan ze daar ook vanuit hun hart hulpverlenen?)
Sommige dingen op hun site stonden in een krantje dat ik uitdeelde in onze
kerk (1968) toen ik links was geworden door mijn geestdodende kantoorbaan. De
dominee sprak me ineens met "u" aan: "Wilt u zich
verwijderen?!"
Soms moet ik denken aan de Amsterdamse Kabouterbeweging met hun nieuwe
samenleving "Oranje Vrijstaat" (1968) onder Roel van Duijn (1943),
en hoe die gemangeld werd met zijn idealen in de stedelijke politiek als
PPR-wethouder voordat hij naar Groningen uitweek (is tegenwoordig dokter
voor liefdesverdriet).
Op hun website mensenspirit.nl
heerst een geest van vrijgemaakt wondergeloof zo vanzelfsprekend als alleen
gegeven aan een Verlichte, of aan iemand die een Verlichte nadoet.
MenS is duidelijk een 'confessionele' partij (zouden ze een theocratie
wensen?) en die confessie valt in één term te typeren: New Age.
- Samen met alle mensen, wezens en krachten vormen wij een geheel, dat
voortkomt uit De Bron;
- er is een collectieve leegte door het wegvallen van
religie, normen en waarden, idealen en gemeenschapszin waardoor slechts
materie en uiterlijkheden lijken te tellen;
- we wenden ons steeds tot Spirit, dat voor sommigen hun
innerlijke bron, hun hoger zelf is en voor anderen De Bron;
- beslissen en handelen dienen te geschieden vanuit helder
bewustzijn uit (zelf)inzicht, compassie en wijsheid en door het afstemmen op
Spirit.
CONCLUSIE:
"Ach waren alle mensen wijs en wilden daarbij wel!
Dan was de aarde een paradijs, nu is zij meest een hel."
Als PVV-stemmer heb ik er een fijne neus voor of men zich een (politiek
correcte) antiracist voelt of een (politiek INcorrecte) criticus van de
multicul. Je merkt dit vlot aan de vakterminologie. Zo zal een Wildershater
nooit schrijven "bij ons in de Linkse Kerk zeggen we..." maar wel
spreken van "xenofobie" of "onderbuikgevoelens".
MenS belijdt in een tekst
vol verpakte lucht over het hart, de liefde en leren van elkaar: "Strijd,
angst en racisme (...) komen voort uit ‘de onderbuik’, uit de dierlijke
overlevingsmechanismen van de mens."
Erg dubbel merkt men dan op: "Overlevingsmechanismen zijn er overigens
niet voor niets."
Dan denk ik: ófwel je voelt je moreel verfijnder en edelmoediger en dan scoor
je nog maar weer eens makkelijk met het racisme uit de Tweede Wereldoorlog, óf
je trekt als spirituele struisvogel je kop uit het zand en dan zie je dat je
omgeving in verregaande staat van islamisering verkeert. En dat je je
geestelijke vrijheden gaat verliezen, maar dan gaan je overlevingsmechanismen
ook werken.
Want je denkt dan toch niet dat er nog kans is voor politiek vanuit het hart:
"...allen kunnen en mogen leven conform hun gevoel en vermogens, dragen
van verantwoordelijkheid voor het geheel."
Dames, gaan jullie vertellen aan de haat-imam en de jihad-sheik dat die
zichzelf bewust moeten worden van hun Bron en dat homo's, joden en hindoe's
mogen leven volgens hun gevoel? Dat is een brug te ver. Want die mensen hebben
in hun nerven dat ze de vrouwelijke pool minachten en daardoor zijn ze
ongeneeslijk pervers.
"Het opleggen van westerse normen en vormen van democratie is niet
wenselijk. Het westerse gedachtegoed past niet standaard op elk land en bij
elke cultuur."
Maar dames, gaan jullie dat binnen Nederland toepassen op immigranten uit
de middeleeuwen? Ik dacht dat we nu toch wel wisten als je kut-marokkanen hun
eigen identiteit laat houden dat het dan kut-marokkanen worden.
Dus daar komt dan eindelijk de trap onder de gordel:
"Een politicus of leider die bepaalde groeperingen bedreigt, raakt hen in
hun overlevingsaspecten, in de onderbuik. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld
gewelddadige groepen jongeren opstaan, die de angst en woede van hun groep
uitdrukken in de samenleving door gewelddadig gedrag."
Oftewel:
Wilders bedreigt straattirannen, islamisten en jihadisten.
Laten we MenS, de partij van het hart,
aldus typeren:
"Als je jong bent en niet links stemt, dan heb je geen hart, maar als je
oud bent en nog steeds links stemt dan heb je geen verstand." Wim Heins